Nieuwjaarsgroet 1906
Toen Klaas Uitgeest met aanvullende informatie kwam aangaande de Benbrack (zie hierboven) kwam hij ook met een ander juweeltje aan. Hij bracht ons de volgende nieuwjaarsgroet van stadsreiniger P. Wilner uit 1906.
Niet altoos gaan de zaken goed,
men kampt met leed en tegenspoed;
Dit weten alle menschen.
Maar telkens aan 't begin van het jaar
Het beste toe te wenschen.
Aan 't Koningshuis en ons Bestuur
Wensch ik geluk van langen duur
En heil op al hun wegen.
De burgerij hier om mij heen,
't zij rijk of arm, 't zij groot of kleĂȘn,
wensch ik thans volop zegen.
Mijn standje gaat nog immer goed,
want vuil is er in overvloed;
Maar meer nog bij de Russen.
Daar moordt men nog maar in het groot
En speelt danig op z'n poot;
't Zat er daar niet graag tusschen.
Dan beter op mijn mestkar maar,
Daar speel ik 't met den boel wel klaar.
Wat vuil 'k ook moet vervoeren.
Wat menigeen wel missen kan,
Is toch tot voordeel nu en dan
Op 't land van vele boeren.
Doch 'k spreek van al dat vuil liefst niet,
omdat men al te veel reeds ziet,
Hoe velen er in wroeten.
De pers doet er ook al aan mee
En al dat vuil maakt naar en wee.
Iets beters moog 't verzoeten.
Dus basta over 't vuil nu maar
En liever aan 't begin van 't jaar
Gewenscht om heil en zeggen!
Moog t toch den Burg voorspoedig gaan
En worde op Texel ook voortaan
Maar 't beste deel verkegen.