'Aanlandingsplicht is

toppunt onzinnigheid'

''Het toppunt van onzinnigheid.'' Dat zegt Cor Vonk, schipper van de TX1 ''Klasina-J'' over de aanlandingsplicht waar hij en zijn collega-vissers vanaf 1 januari 2016 aan moeten voldoen. Bijvangst en ondermaatse vis die normaal gesproken over boord gaat, moet op last van het Europees Parlement dood aan wal worden gebracht.

Vonk vist, zoals de meeste Texelse kotters, vooral op tong. Met dank aan de pulskor (waarbij de vis met kleine elektrische schokjes wordt ''gewekt'') overleeft circa zeventig procent van de ondermaatse tong (kleiner dan 24 centimeter) en zwemt nadat ze weer overboord zijn gezet verder. ''Het is toch idioot dat we vis die anders gewoon verder leeft nu aan land moeten brengen, om tot vismeel te worden vermalen. Ethisch gezien hebben we er moeite mee om jonge vis te doden. Bovendien: Tien kilo ondermaatse vis is over drie jaar dertig kilo marktwaardige vis. Nadelig voor de visstand. Wat als nu die ondermaatse vis uit zee wordt gehaald? Vergelijk het maar met een aardappelboer die zijn pootgoed moet weggooien. En die dertig procent vis die het niet haalt, is weer voer voor de andere vissen.'' Het meenemen van de bijvangst brengt ook praktische problemen met zich mee. ''In het ruim hebben we beperkte opslag. Wij hebben nog een vrij groot schip, maar de meeste vissers hebben minder ruimte. Die komen vol te zitten en moeten halverwege de reis terugkeren.'' Dit jaar moet alleen de bijvangst van tong aan land worden gebracht. Vissers zoals de TX1 die met de pulskor vissen, hebben een bijvangst van dertig procent, waardoor het nu nog meevalt. Bij de boomkor waarbij met een wekkerketting wordt gevist, beloopt de bijvangst vijftig tot zestig procent. Vissoorten zoals schol reageren niet zo goed als tong op de elektrische pulsen. De komende jaren moet ook van andere soorten vis de bijvangst aan land worden gebracht. ''Dan raakt ook ons visruim vol en moeten we eerder naar huis. We maken ook extra kosten, voor de afslag en vervoer, terwijl de bijvangst nauwelijks iets opbrengt. Geen land dat de visserij zó goed voor elkaar heeft, maar we worden er wel voor gestraft. De Fransen en Spanjaarden halen hun schouders op, want die gooien het gewoon terug. Dat hoeven wij niet te proberen. Dit is een methode die in de pelagische (scholen) visserij wel kan, maar bij de bodemvisserij kun je niet selectief vissen. Dat is wat de politiek wil, selectief vissen. Alleen staan ze er niet bij stil dat alle soorten vis door elkaar zwemmen. Een politieke vergissing dus. Er wordt wel gewerkt aan methoden om de bijvangst omlaag te krijgen, met scheidingspanelen in het net. De grote vis heeft de neiging om naar beneden te zwemmen en de kleine vis naar boven. Met een tweede puls verderop in het net kan nog meer worden gestuurd. Maar zulke dingen kosten tijd. We zijn al bezig met het verminderen van de discards. De visbestanden zijn nu goed, dus zoals we in het verleden werkten en de ondermaatse vis weer terugzetten, ging dat goed. Vissers hebben zóveel geïnnoveerd dat ze eigenlijk een dikke duim zouden moeten krijgen, maar we krijgen alleen maar ellende.'' Meer over de pulskor op pagina 2.