Jozien aan de boerenkool

Als ik naar een patiënt in Den Hoorn rij, zie ik op de Westerweg een groot licht schijnen in een stal. De familie Boerhorst is druk bezig, er wordt klarigheid gemaakt en vernieuwing aan de stallen van" de Kamp" is in volle gang. De ram heeft zijn werk gedaan, overal blauwe konten bij de schapen, er wordt aan het nieuwe leven gewerkt. Op "Trentgeest" zie ik 's morgens vroeg een grote bouwlamp schijnen in het nieuwe vierkant, wat een balken. Ja het gaat gebeuren, na weken wachten wordt er gebouwd aan een mooie nieuwe "stal". Het is leuk om te zien hoe het alle dagen vordert. Op de Hallerweg verrijst bij de Doumastate in een paar weken naast de grote schapenschuur, een mooi woonhuis. Wat een verrassing, hoe snel kan het gaan! Bij ons achter in de tuin lopen de kippen verdwaasd in de rondte, de zonen hebben hun hok van de plek gehaald. Ik tracht nog het trappetje te redden zodat ze naar boven kunnen trippelen, maar de ren is weg, en de tuin net een modderbad. Vreemd lopen ze door het witte zand te krauwen wat de jongens er hebben in gekruid. Dikke palen worden op poeren in de grond gezet. Als de bouwlamp aangaat, en ik ze bezig zie met de planken, gaan mijn gedachten ongemerkt naar het beeld van een boerderij, de stal. De stal van de familie Stark onder de duinen. We hadden het euvele plan als zondagsschool leiding om het kerstfeest en het toneelstuk nu op echte stalgrond te vieren. Strobalen in de rondte, ik zie Corrie Stoepker zo zitten met haar accordeon, lachend van oor tot oor. Ja want dat had wat, de sfeer krijg je nergens als in een echte stal ter plekke. Het begon al met de reis ernaar toe, de auto moest elders neergezet, en ik had een grote Davidsster met lichtjes op de hoek van de stal gehangen. Uit de verte was deze mooi zichtbaar. Binnen in de stal lagen er kalfjes en schapen in de hoek. Een plaatje als je binnenkwam. Corrie speulde als nooit tevoren, de liedjes zo uit haar hoofd, en haar ogen straalden. We werden aangestoken en zongen met z'n allen als lijsters. Alle coupletten, heerlijk. Ik was een herder met een grote stinkbaard, maar niets maakte uit, als het dan goed gaat lukt alles. De kinderen vrij in hun beweging luisterden en genoten. Een kleine baby als kindje Jezus, ja hoe kan het kloppen. In onze drukte van kerstukken, viergangen menu's, zwarte galajurken en nieuwe schoenen zouden we bijna vergeten waarom het gaat. Het is zo eenvoudig, en toch zo bijzonder. Die boerderij, die stal, die liederen, dat verhaal om dat tere kleine kindje.

Manlief zei toen ik vroeg: ''Wat zullen we met kerst gaan eten?" "Geef mij maar een lekkere pan boerenkool, dat heb ik net zo lief." Het kan nog weleens zijn dat als u over de Achtertune loopt met Kerst, u licht ziet branden in de stal in aanbouw, en dat we daar heerlijk op strobalen bij de vuurkorf smikkelen van de boerenkool met worst, de kippen skarrelend om ons heen, heerlijk…