De 17-jarige Duitse soldaat Josef Schmidt (middelste rij, tweede van links) met zijn groep op het oefenterrein in  Haren. Later zou hij naar Texel gaan.
De 17-jarige Duitse soldaat Josef Schmidt (middelste rij, tweede van links) met zijn groep op het oefenterrein in Haren. Later zou hij naar Texel gaan.

Duitse soldaat vertelt verhaal Russenoorlog

''Het was complete waanzin. Wij moesten over het open bouwland kruipen, tijgeren en rennen en werden beschoten door Georgiërs. De akker leek eindeloos lang. Een maat uit mijn groep kreeg een schot in zijn buik en raakte zwaar gewond.''

Aldus het relaas van Josef Schmidt, die als 17-jarige in 1944 na een rekrutenopleiding in april 1945 naar Texel werd gestuurd om te vechten tegen de in opstand gekomen Georgiërs. Het werd een strijd op leven en dood. Over zijn belevenissen is een boekje verschenen: Josef Schmidt, het verhaal van een Duitse soldaat in Nederland 1944-1945. Schmidt werd opgeroepen voor dienst en kwam in Haren. Hierna werd hij soldaat in een parate eenheid. In Friesland ging hij mee in een razzia tegen het plaatselijke verzet. ''In één van de laatste weken moesten we mee met de SD in actie tegen terroristen in in Scharnegoutum.'' De verzetsstrijders hadden zich goed verstopt. Boven in een halletje trok hij een deur open. ''Ik zag een man achter de weckflessen staan en hij keek mij heel bang aan! Wat nu? Ik keek hem aan en zei niets. Ik deed de kastdeur zachtjes dicht, keek mijn maat even aan, heb niets gezegd en samen zijn we de trap naar beneden weer afgelopen.'' Later zou deze verzetsstrijder toch worden opgepakt en worden geëxecuteerd. In 1945 verhuist de compagnie van Schmidt naar Waterland bij Velsen. ''Maar toen kwam op 8 april 1945 het bericht bij ons binnen dat we naar het eiland Texel moesten waar een bataljon Georgiërs in opstand was gekomen.'' Vanuit Oudeschild moesten ze met volle bepakking naar Den Burg lopen. Ze bezochten onder meer de kwartieren waar Duitse soldaten waren omgebracht. ''Ik zag overal bloed en matrassen van de door hen beslapen bedden waren daarmee vol gezogen. Listig en achterbaks in hun slaap vermoord! Zo ervoeren wij het. We zijn met onze compagnie doorgelopen en kwamen via het dennenbos in de buurt van het dorpje De Koog. Toen we daar in de buurt waren, werden we onder vuur genomen door de Georgiërs die bovenop de bunkers in de duinen lagen. Ze schoten naar beneden met ons als uitstekend zichtbaar doel. Het waren goede schutters, er waren bij ons veel kopschoten. Het is dan ook in De Koog geweest dat ik verwond ben geraakt aan mijn rechterhand. De kleine granaat ontplofte verderop, zonder verder mensen te verwonden. Ik zag dat ik een diepe snee had tussen mijn duim en wijsvinger. Het schieten duurde een eeuwigheid.'' Na de strijd om De Koog volgden De Waal en Oosterend. ''Waarna we betrokken raakte in de strijd om vliegveld De Vlijt. Georgiërs lagen rustig in hun loopgraven en in sloten verborgen. Ze lagen daar goed beschut en rookten er hun sigaretje. Ze waren uitgerust en scherp toen wij met onze aanval begonnen. Wij werden aangevoerd door luitenant Lerp. Hij was een hele trotse man die afkomstig was uit Oostenrijk. Hij voerde ons, gezeten op een paard, in de richting van de Georgiërs. En die hebben hem pardoes van zijn paard geschoten. Ik hoorde de kogels uit Georgische geweren langs mijn hoofd fluiten. Velen werden geraakt, maar ik bleef ongedeerd. Ik werd razend, woest en wild, rende maar door en kwam bij de Georgiërs in de buurt. Ik zag een Georgische soldaat in de loopgraaf staan. Ik had hem kunnen doodschieten, maar ben aan hem voorbij gelopen.'' Een indringend, persoonlijk relaas, opgetekend door Sipke de Wind aangevuld met achtergrondinformatie. Te koop bij Nauta boek voor €13,90.