Arthur Oosterbaan achter zijn bureau vol bruikleenspullen.
Arthur Oosterbaan achter zijn bureau vol bruikleenspullen. Foto: Job Schepers

"Ik heb de leukste baan van Texel"

Conservator, onderzoek, vraagbaak voor toerist en pers, natuurgids en ook nog af en toe een stukkie op de website. Het werk van Arthur Oosterbaan bij Ecomare is gevarieerd en veelzijdig. Inmiddels is hij 25 jaar in dienst, het verveelt nog niet.

"Ik heb de leukste baan van Texel, zeg ik altijd maar". Het is zo ontzettend veelzijdig. Vandaag ben ik bijvoorbeeld bezig met het bruikleenverkeer", legt Arthur uit. De tafel van zijn kantoor ligt vol met stukken die geleend zijn van andere musea en nu weer teruggaan naar hun eigenaar. De museumschatten tonen de veelzijdigheid van zijn werkgebied al aan. Naast haaientanden en een schedel van een beverrat, ligt er bijvoorbeeld ook een oude baksteen. "Ik ben absoluut geen archeoloog, dat soort dingen gaan me dan ook moeilijker af. Het mooie van dit werk is ook dat je een zeer groot kennisnetwerk opbouwt. Per jaar krijg ik zo'n 700 tot 800 vragen. Daar weet ook ik niet allemaal het antwoord op, al probeer je wel zo snel mogelijk achter het antwoord te komen. Ik vind het één van de mooiste kanten van mijn werk. Het beantwoorden van de vragen. Als ik ooit met pensioen ga, wil ik dat wel blijven doen." Het contact houden met het kennisnetwerk dat hij heeft opgebouwd strekt tot Duitsland, België en alle gebieden van ons eigen land. Arthur is een leergierig persoon wat verklaart dat hij zoveel weet. Wie bij de krant een vraag heeft over een aangespoeld dier, neemt al snel contact op met de conservator van Ecomare. "Toen andere collega's 25 jaar in dienst waren, kwam de lokale pers niet hoor. Het zal wel door mijn functie komen." De inwoner van Den Burg is bescheiden en lijkt de hele poespas om zijn jubileum maar overdreven te vinden. Maar zodra hij over zijn werk begint te praten, is er gespreksstof genoeg om een complete krant te vullen. Arthur begon in 1990 als educatief medewerker. Hij bedacht veel nieuwe excursies. Zo heeft hij bijvoorbeeld de excursies met het kor-net op Texel ingevoerd. Nu zijn deze excursies bij Ecomare vaste prik. "Dat komt vooral doordat deze excursie ook leuk is wanneer het mislukt door bijvoorbeeld storm. Mensen gaan zelf aan de slag, dat slaat aan. Wat ik zelf ook erg leuk vind om te doen zijn de paddenstoelenexcursies, het is één van mijn specialismen." Toen de bioloog in dienst trad bij Ecomare was het nog een stuk kleiner dan het centrum voor natuureducatie zoals we dat vandaag kennen. "Bovendien werd er door veel Texelaars met een scheef oog naar ons gekeken. We werden gezien als de 'groene maffia'. Ik besloot direct in gesprek met vissers te gaan, we hebben dezelfde interesse. Ook zij willen meer weten over botten en andere vreemde spullen die ze opvissen. De samenwerking is daardoor verbeterd", stelt hij tevreden vast. Ondanks dat Arthur niet op Texel geboren is, is hij inmiddels vergroeid met het eiland. "Ik kwam vanuit het stadse leven van Den Haag naar Texel en vroeg me wel af hoe dat zou klikken. Ik had al snel door dat het tussen mij en de Texelaars wel goed ging komen." Hij is naast zijn werk bij Ecomare actief in de samenleving. Zo is hij dol op zingen, heeft diverse bestuurlijke functies en is actief in Texel 600 jaar stad. In de spaarzame momenten die nog overblijven, gaat hij graag de natuur in. "Ik doe zoveel, af en toe wel teveel. Maar ik vind het dan ook weer te leuk en te interessant om er mee te stoppen." In 25 jaar, waarvan alweer negentien als conservator, maakte Arthur een hoop mee. Maar wat is hem het meest bijgebleven? "Er zijn meerdere dingen. De binnenbrand van 2006. Als conservator schrik je je kapot, vooral om bruikleenspullen. Het zijn geen leuke telefoontjes als je musea moet opbellen met de mededeling dat hun voorwerpen zijn opgebrand. De schade viel gelukkig mee." Ook de kwestie met de bultrug in 2012 maakte indruk. "We kregen als Ecomare zoveel rotzooi over ons heen en dat terwijl iedereen, niet wij alleen, zich tot het uiterste had ingespannen. Wat prachtig was om te zien, is dat Texel één blok vormde. Dat deed ons enorm goed." Het meest geniet Arthur echter van bijzondere vondsten op het strand. De haringkoningen in 2009 waren daar een voorbeeld van. "Wie bedenkt het dat er een drie meter lange vis uit de diepzee op het Texelse strand kan aanspoelen? En dan nog wel twee op dezelfde dag." Ook de vondst van een dikkopschildpad weet hij nog goed. Het dier was er zo slecht aan toe, dat in eerste instantie werd gedacht dat de schildpad dood was. Toen bleek dat het dier nog leefde, doordat Arthur zachtjes tegen de gesloten ogen tikte, moest hij zijn bijzondere vondst afstaan aan de dierverzorging. Gelukkig heeft de schildpad het gered. Om zijn 25-jarig jubileum te vieren zal hij in het voorjaar samen met collega Pierre Bonnet , die dan ook 25 jaar in dienst is, een symposium organiseren.