Bloembollentelers Hans Smit (midden) praat oud-landbouwvoorlichter Jan Koolhof bij over de pompinstallatie bij het zoetwaterbassin.
Bloembollentelers Hans Smit (midden) praat oud-landbouwvoorlichter Jan Koolhof bij over de pompinstallatie bij het zoetwaterbassin. Foto: Gerard Timmerman

Bollenteler ziet brood in zoetwatersysteem

Een irrigatiesysteem waarmee telers hun bollen, poters of andere gewassen voor verdroging kunnen behoeden met neerslag die in de winter is gevallen. Het is mogelijk, zo bewijst de proef bij bollenteler Hans Smit. Alleen kan het financieel (nog) niet uit.

Nu nog niet althans, want de kosten van de aanleg van zo'n zelfvoorzienend zoetwaterysteem wegen momenteel niet op tegen de extra inkomsten. Onder de huidige omstandigheden althans. Maar als de klimaatvoorspellers gelijk krijgen, en periodes van extreme droogte en hevige neerslag, groter worden, dan zou het voor bollentelers en akkerbouwers financieel wél interessant kunnen worden. Zeker op Texel. Want de toekomst begint hier eerder, zei gedeputeerde Water Cees Loggen van de provincie Noord-Holland, initiatiefnemer en financier van de proef op het bedrijf van Hans Smit. Dat heeft alles te maken met het verbod om op Texel te beregenen, simpelweg omdat er geen aanvoer is van zoet water, zoals bijvoorbeeld wel in Noord-Holland. Schaarste aan zoet water en op bepaalde plekken, zoals bij Smit, zout in het grondwater. Uit metingen blijkt zelfs dat het zout tot twintig centimeter onder de oppervlakte zit, dus tegen of in de wortelzone. Dat werd pijnlijk duidelijk in het droge voorjaar van 2011, toen Smit het blad van zijn tulpen in een paar dagen tijd zag verschrompelen, met een misoogst als gevolg. Om een antwoord te vinden op de nadelige economische gevolgen van verdroging en verzilting was al de Texelse Waterwerkgroep geformeerd. Dat op Texel het antwoord zou kunnen liggen op verdroging waarmee ook bollenteelt en landbouw aan de overkant te maken zou kunnen krijgen, was reden voor de provincie aan te sturen op een proef met een zelfvoorzienende zoetwaterberging. Toen Smit dit er ore kwam, besloot hij zijn bedrijf als proeftuin beschikbaar te stellen. Dat was ruim drie jaar geleden en na evenzoveel groeiseizoenen werden woensdag de resultaten gepresenteerd. Een proef waarbij veel mis is gegaan, maar ook veel goed en die de eindconclusie opleverde dat het technisch mogelijk is om met regenwater dat op het eigen bedrijf is opgevangen (via dak, bassin en drainage) de bollen van het benodigde zoete water te voorzien. De hyacinten hadden het eerste seizoen een meeropbrengst van 17 procent en dit jaar 7 procent ten opzichte van een vergelijkingsperceel. Bij suikerbieten was het verschil het eerste jaar zelfs 25 procent. Tulpen waren niet vergeleken, maar de inschatting van Smit is dat ook die beter zijn gegroeid. Jan Veldstra van ingenieursbureau Acasia Water becijferde dat de neerslag die op één hectare valt genoeg is om er drieëneenhalf ha mee te irrigeren (100 mm per jaar). Smit heeft op zijn bedrijf een bassin van 7000 kuub. Smit gaf ook aan dat de kosten van de installatie (bassin, pompen, slangen voor druppelbevloeiing, etc.) onder de huidige klimaatsomstandigheden niet opwegen tegen de meeropbrengst. Het verklaarde wellicht ook de minimale belangstelling van collega's bij de presentatie. Dat hij er toch mee doorgaat en de te bevloeien oppervlakte zelfs uitbreidt naar tien hectare, komt doordat hij er meerwaarde in ziet en dat op zijn bedrijf de kosten (zoals het bassin) al voor een groot deel zijn gemaakt en de provincie hem een doorstartsubsidie verstrekt. Wat niet wegneemt dat hij er nog fors in moet investeren. Landbouwers die er voor hun bedrijf een berekening op willen loslaten, kunnen dit doen via www.http://zoetwaterberging.nl.