1A: De Postweg in Zuid-Eierland nu.
1A: De Postweg in Zuid-Eierland nu. Foto: Texel in ontwikkeling

Het beeldkwaliteitsplan: van realisme tot luchtkasteel

Een uitkijktoren bij het NIOZ, tuinwallen in plaats van hekken en een versmalde weg in Zuid-Eierland. Het is een greep uit het boek "Texel in Ontwikkeling" van La4sale.

Het boek geeft een visie op het beeldkwaliteitsplan Buitengebied en schetst een mogelijke toekomst voor Texel, het ene plan duidelijk realistischer dan het andere. Dinsdag is het gepresenteerd in de raadscommissievergadering. In een uitgebreide presentatie gaf Pepijn Godefroy van La4sale, tevens verantwoordelijk voor Planet Texel, zijn visie op het Texelse landschap. Godefroy is kritisch. Zo stelt hij onder meer dat een bepaald hotel de indruk geeft dat je nog steeds in een flattenwijk in Amsterdam-west bent. Ondanks dat hij er met de botte bijl inhakt, snijden bepaalde punten van de landschapsarchitect hout. Toch hebben veel plannen in het boek een grote zweem van luchtfietserij. Met name de financiële kant van het verhaal wordt niet belicht. Een terugkerend thema in het boek is 'de groene voet.' Men schrijft hier over in het hoofdstuk Zeepolders: "De groene voet is erg belangrijk in de zeepolders omdat zij de enige opgaande beplanting leveren in de open polders, er zijn geen bomenlanen of bosjes. De groene voet is ook belangrijk voor de biodiversiteit op het eiland: veel dieren leven in de bomen en tuinen rond de bebouwing. Een groene voet is daarom bij nieuwe ontwikkelingen gewenst. De beste verhouding tussen de bebouwing en de groene voet is één staat tot zes." Texel in ontwikkeling is al het derde boek over de toekomst van Texel. In deel één, Beeld van Texel, wordt aandacht besteed aan de kernwaarden, het landschap en de dorpen. In deel twee, Texel op koers, worden de kernwaarden vertaald in een structuurvisie en in dit derde deel worden al deze ontwikkelingslijnen omgezet in concrete plannen. Feit is dat het eerste boek alweer stamt uit 2007. Sinds die tijd zijn er de nodige gebouwen verrezen die niet door de ideaalbeelden van deel drie zouden komen. Bovendien staan ideeën voor idyllische landwegen haaks op het argument dat Texel geen museum is. In bewerkte foto's wordt de Postweg binnen de dorpskernen van ''snelweg'' terug getoverd tot 'dorpsstraat'. De praktische bezwaren van dit plan voor de hoofdader naar het noordelijke deel van het eiland worden buiten beschouwing gelaten. Het gaat bovendien vooral uit van autoverkeer op een gedeelte van het eiland waar ook het nodige landbouwverkeer passeert. Ook windmolens om de grote schaal van de polder 'afleesbaar' te maken lijken vrij surrealistisch. Het is flauw om het hele boek als onzin af te doen, daarmee doe je het tekort. Er is over nagedacht en er zitten goede, betaalbare oplossingen tussen. Van andere bermbegroeiing tot open plekken in het bos. Daarnaast kan er bij nieuwe bouwprojecten zeker rekening gehouden worden met de 'eilandbeleving'. Het vervangen van hekwerken door tuinwallen als kavelgrens hoeft ook niet per definitie een grote investering te zijn. Groter zijn de investeringen op recreatieterreinen. Deze hebben, volgens het boek, namelijk geen enkele relatie met het omliggende landschap. "Het totaal van de terreinen levert geen samenhangende ruimtelijke structuur op, het geheel is als een afwijkend mozaïek van patronen in de binnenduinrand uitgesneden. De parken kunnen veel beter vervlochten worden met het landschap, nu slaan ze er grote gaten in en voegen er niets aan toe. Als je er niet verblijft, heb je er niets te zoeken", zo luidt het harde oordeel. "Dat vakantieparken veel meer onderdeel van het landschap kunnen zijn, bewijst het redelijk recente terrein de Sluftervallei. Hier lag ooit een van de eerste huisjesterreinen van Texel, kleine huisjes met rieten kapjes die een beetje op schapenboetjes leken en die verspreid lagen over de duinpannen. De huisjes zijn vervangen (in minder passende architectuur), maar nog steeds rust het terrein licht in het landschap; het park ís de duinen, het heeft het niet uitgegumd." Op de voorbeeldfoto's die volgen verdwijnen huisjes om een ruimtelijker park te creëren, worden moderne parken op de schop gegooid en alle huisjes 'vereiland'. Wie dit gaat betalen is onduidelijk, de overheid zal dus een weg moeten vinden tot goede financiële voorwaarden. Een extra obstakel bij veranderingen kan zijn dat de huisjes vaak in handen zijn van verschillende eigenaren. Texel in ontwikkeling biedt mogelijkheden voor de toekomst, mits de condities goed zijn. De realiseerbaarheid van de plannen, die als richtlijn gezien moeten worden, ligt voor een groot deel in de handen van de overheid en de mate waarin ondernemers bereid zijn te investeren. Financiën zullen hierbij een belangrijke factor zijn.

Job Schepers

1B: Zo zou het kunnen zijn.
2A: Zicht op het NIOZ nu.
2B: NIOZ voorzien van uitkijktoren.
3A: Vervallen gebouw...
3B: ... zou plaats kunnen maken voor dit.
4A:
4B:
6A: Parkeren paal 21 nu.
5A: Berm Prins Hendrikpolder: bestaande situatie.
5B: Landschapscultuur met wilde bloemranden.
6B: Verdekte parkeerplaatsen in de toekomst?