Afbeelding
Foto: Job Schepers

Begroeten

Voor het universiteitsgebouw stond ik nog even te prutsen met het slot van mijn kettingslot. Ik was de laatste van de aanwezigen die nog bij school stond. Ik ben vaak (net op tijd) als laatste binnen, daarom ga ik ook altijd maar als laatste weg. Ik ben gewoon een beetje langzaam. Terwijl ik daar wat stond te prutsen liep er een meisje voorbij met wie ik wel eens college had gevolgd. We hebben ook wel eens een uurtje voor een tentamen met elkaar zitten praten. Ze draagt standaard rode lippenstift, ze woont nog bij haar ouders in Noord-Holland en eet vaak hele witte boterhammen. Ook is ze bezig aan haar derde eerste jaar. Archeologie en Latijn heeft ze geprobeerd, maar dat is oud nieuws (haha), en nu waagt ze een poging aan muziekwetenschap. Ze passeerde me en natuurlijk riep ik: 'Haaai', naar haar. Zoals jonge vrouwen dat meestal naar elkaar doen, wanneer ze elkaar kennen. Ik kreeg niks terug. Pijnlijk weinig antwoord. Ze keek me nog niet half aan en gaf me misschien een heel minimalistisch glimlachje. Ik had nog niet eens tijd om daar iets over te vinden toen ik werd begroet door de jongen die achter haar liep. 'Hoi!!', riep hij uiterst vrolijk naar me. Ik was een beetje verbaasd, want in tegenstelling tot het meisje, kende ik hem niet. Ik begroette hem terug. Achter hen liep nog een jongen. Hij riep mij eveneens gedag en was ook al onbekend voor mij. De jongen was eigenlijk meer een man. Eind 20, hij droeg een overdreven warme muts. Zo'n muts die je meestal bij de rijke Russen ziet. Zo'n muts waarin makkelijk een paar kernbommen passen. Of kerstbomen, deze tijd van het jaar. Verder droeg hij een lange zwarte jas en had hij slechte, vieze tanden. Hij zei: "Dat meisje dat je net gedag zei, dat zei weinig terug hè? Kennen jullie elkaar?". Ik was verbaasd dat hij me aansprak en zei: "Ja we kennen elkaar wel, we hebben wel eens college met elkaar gevolgd." "Oh", zegt de jongen: "Dat herken ik nog wel van de universiteit. Heel raar. Misschien moeten jullie eens wat vaker college samen volgen." Ik lachte en zei dat ik dat ging proberen. Hij wenste me een fijne dag en liep vervolgens het dichtstbijzijnde café in dat hij tegenkwam. Vreemde ontmoeting met een onbekende.
Katja Schraag