Huug Snoek in 2013, terwijl hij een krans legt met burgemeester Giskes.
Huug Snoek in 2013, terwijl hij een krans legt met burgemeester Giskes. Foto: Archief Texelse Courant

Verzetsman weinig spraakzaam over eigen oorlogsverleden

Over de rol van Huug Snoek tijdens het verzet, de Russenoorlog en na de bevrijding als commandant van het kamp voor Texelaars die hadden gesympathiseerd of samengespannen met de Duitsers, doen veel verhalen de ronde. ''De waarheid heb ik nog nergens gelezen'', zei Snoek zelf tijdens een interview in 2003. Mocht dat zo zijn, dan is deze markante Texelaar die vrijdag op 96-jarige leeftijd overleed daar vooral zelf debet aan. Want ook tijdens het interview hield hij over zijn oorlogsverleden de kaken op elkaar. ''De waarheid zit hier''', wees de drager van het Verzetskruis op zijn bovenkamer. Hij kwam uit Nieuwenhoorn, nu Hellevoetsluis. Werkte bij een boer, maar ging op z'n achttiende varen, als ketelbinkie. Zo maakte hij aan wal kennis met het in Duitsland opkomende nationaal-socialisme. ''Ze riepen allemaal Heil Hitler. Wij stonden er bij, maar hielden onze mond. Dat viel niet goed en toe kregen we een pak slaag.'' Tijdens de mobilisatie moest hij het uniform aan. ''Als ik je over mijn diensttijd moet vertellen, zit je hier over twee uur nog.'' Tijdens de bruilof van zijn broer, raakte hij verliefd op ''het mooiste meisje van Texel''. Hij ging bij het verzet. ''Ik was niet bang en deed dingen die een ander nooit gedaan zou hebben.'' Wat precies, hield hij voor zichzelf, maar hij had wel een map waarin hij zijn belevenissen had opgetekend. Met ook een tekening van de plek waar hij ondergedoken had gezeten. ''Ik heb de dood drie keer ontlopen.'' Na de oorlog werd hij arrestatiecommandant van het interneringskamp op het vliegveld. Het zou er daar niet zachtzinnig aan toe zijn gegaan, maar ook daarover zweeg hij. Wel had hij er een lijst van ''foute'' Texelaars aan overgehouden. Nadien werkte Snoek als matroos bij TESO. Toen de familie Bruin hulp nodig hadden bij het runnen van het buffet, werd dat zijn werk. Twintig jaar verzorgde de familie Snoek de natjes en droogjes aan boord. De oorlog liet hem nooit met rust. Elk jaar met Dodenherdenking legde Snoek met de burgemeester een krans.