Erkenning Meierblis en Ouwe Sunderklaas

De Meierblis en Ouwe Sunderklaas worden erkend als immaterieel erfgoed. Beide tradities krijgen een plek in de zogeheten Nationale Inventaris Immaterieel Erfgoed.

Dat is een lijst van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed (VIE) waarop levende tradities en rituelen worden bijgehouden. Op het moment staan er volgens een woordvoerder van het centrum in Utrecht 82 tradities en rituelen op de lijst. Die komt voort een verdrag tussen Nederland en de UNESCO en is bedoeld om zogeheten levende tradities en rituelen in Nederland in stand te houden. De lijst is groeiende. De Meierblis en Ouwe Sunderklaas zijn voorgedragen door de gemeente en de Historische Vereniging met steun van alle dorpscommissies. Zij stelden een uitgebreid document op over beide tradities op basis van het archief van de Historische Vereniging en verslaggeving in de Texelse Courant. Dit om bij het VIE in Utrecht aan te tonen dat de Meierblis en Ouwe Sunderklaas sinds mensenheugenis op Texel bestaan en springlevend zijn. Volgens Wilma Eelman van de Historische Vereniging heeft de medewerking van de gemeente geholpen om beide tradities erkend te krijgen. "We hebben het een paar jaar geleden ook al eens geprobeerd, maar toen ging het minder goed." Volgens haar is het erg prettig dat het gelukt is beide tradities in de Nationale Inventarisatie te krijgen in het jaar dat het 600-jarig bestaan van de stadsrechten van Texel wordt gevierd. Op 3 december worden in De Lindeboom in Den Burg de documenten getekend.

Volgens Eelman betekent de erkenning vooral waardering voor beide tradities. Subsidie zit er niet aan vast. "Het immaterieel erfgoed is jarenlang het stiefkind geweest van de monumentale sector. Materiaal erfgoed was veel tastbaarder en daar begint nu gelukkig verandering in te komen, waardoor ook het belang van immaterieel erfgoed wordt onderkend." De UNESCO wil volgens de VIE met de lijst gemeenschappen in staat stellen hun tradities te beschermen en levensvatbaar te houden. Dat gebeurt onder meer met behulp van zogeheten erfgoedzorgplannen waarin knelpunten en acties voor de toekomst worden beschreven. Op de site van het Nederlands Centrum voor Volkscultuur en Immaterieel Erfgoed wordt benadrukt dat het vastleggen van tradities niet bedoeld is om er museumstukken van te maken. "Tradities zijn altijd dynamisch en in ontwikkeling", aldus het centrum. "Beschermen wil zeggen dat je een toekomst geeft aan het immaterieel erfgoed." Het nieuws van de erkenning werd zaterdag tijdens de bijeenkomsten van Op Sien Tessels in Oudeschild met gejuich ontvangen. Het centrum in Utrecht is verantwoordelijk voor de coördinatie van de Nationale Inventarisatie Immaterieel Cultureel Erfgoed en begeleidt gemeenschappen in de zorg voor de erfgoederen. Het centrum bevordert ook wetenschappelijk onderzoek. De Nationale Inventarisatie Immaterieel Erfgoed bevat onder meer activiteiten van schuttersgilden in Brabant en Limburg, bloemencorso's, midwinterhoornblazen in Gelderland en Overijssel en het jaarlijkse vreugdevuur met Oud en Nieuw in Scheveningen.