Afbeelding
Foto: Job Schepers

Zaterdagmiddag

Op die druilerige zaterdagmiddag loop ik naar het metrostation bij mij in de buurt om mijn fiets te gaan halen. Ik had hem de avond daarvoor vastgemaakt aan een soort pijpleiding en (hopelijk) stond hij daar nog steeds. Wanneer ik naar het dichtstbijzijnde metrostation wil, dan loop ik door een buurt die ze 'achterstandsbuurt' noemen. Venserpolder. 's Nachts moet je daar niet komen, maar overdag durf ik het wel aan. Wanneer ik daar doorheen loop zitten er altijd wel een aantal mensen op een bankje die dingen naar je roepen. Meestal gewoon: "goedemorgen", of "hee meisje". Erg origineel zijn ze niet in hun teksten. Ik reageer dan heel origineel gewoon niet. Of soms zeg ik hoi, maar ik ga zeker geen gesprek aan. Dat is ook logisch, want als ik naar de metro moet, dan heb ik haast. Na Venserpolder komt metrostation Strandvliet – het metrostation waar je 's nachts ook niet moet komen. Terwijl ik het metrostation oploop zie ik vanuit mijn ooghoek een man aan komen lopen. Ongure man, te grote kleding die te lang niet gewassen is en een belachelijk grote zak chips in zijn handen. Ik besteed er verder weinig aandacht aan. Ik check in bij het poortje van de metro en gelijk merk ik dat de ongure man achter mij door hetzelfde poortje komt, zodat hij geen geld hoeft te betalen. Ik loop de roltrap op en dicht achter mij hoor ik zware stappen en heftig gekraak van de chips zak. "Wees maar niet bang voor een ontsnapte tbs'er", hoor ik hem zeggen, "die zijn toch minder gevaarlijk dan iemand die uit de gevangenis ontsnapt". Rillingen lopen over mijn lijf. Fijn, dat heb ik weer, een ontsnapte tbs'er achter mijn rug. Snel loop ik het perron op en zoek mensen waar ik bij kan gaan staan. Die staan er, ik loop op ze af en de man loopt mij achterna. Hij brabbelt was onverstaanbare dingen. Terwijl ik stop loopt hij door. Van binnen zucht ik. De man gaat zitten op een bankje en ik kijk hem stiekem nog eens aan. Ik zou zweren dat hij een ketting om zijn ene arm had, alsof hij zijn handboeien doorgebroken had. Veel spannender dan dit wordt het niet. De man verliest nog wat chips, stapt de metro in en verdwijnt. Ik wil niet weten wat er daarna met hem gebeurd is. Die middag staat mijn fiets er nog.

Katja Schraag