Arie en Truus Kalis uit Oosterend vieren dat ze 70  jaar getrouwd zijn. Ze kregen onder meer felicitaties van koning Willem-Alexander.
Arie en Truus Kalis uit Oosterend vieren dat ze 70 jaar getrouwd zijn. Ze kregen onder meer felicitaties van koning Willem-Alexander. Foto: Gerard Timmerman

Huwelijk na 70 jaar ''koninklijk''

Felicitaties van de koning en de burgemeester kwam op bezoek. Arie en Truus van Kalis vierden zaterdag dan ook een uitzonderlijk jubileum. Zeventig jaar getrouwd. Hij: ''We hebben het prachtig met z'n tweeën:'' Zij: ''We hebben niets te klagen.''

Ze ontmoetten elkaar op ijsbaan De Hopkes bij de de Krassekeet. Hij kwam uit De Cocksdorp, zij woonde op Oost. Arie: ''Ik reed er elke dag op de schaats naar toe. Over de sloten en het Noorderkanaal. Zo kwam je op De Putten. Ik was gek van schaatsen. Durpers gingen vaak richting Oosterend. Het dorp stond er goed op bij ons. Je had er wat te zoeken. Truus en ik kenden elkaar tot die tijd oppervlakkig.'' Over hoe die vonk op de ijsvlakte precies is overgeslagen, houden ze zich op de vlakte, maar hun glimmende ogen spreken boekdelen. Vanaf die tijd waren ze een stel, onafscheidelijk, al werd de liefde wel eens op de proef gesteld. Het waren namelijk de oorlogsjaren. ''Je moest overal om denken.'' Zeker Arie, die onderdook om aan de Arbeitseinsatz te ontkomen. ''Ik moest voor de bezetters naar Duitsland aan het werk, maar dat wilde ik niet. Ik heb eerst bij een boer in Spang gezeten. Maar toen die het hooi binnen had, had hij geen werk meer voor me. Hij zei: 'Je moet maar iets anders zoeken.' Toen trof ik het dat ik bij Arie Moor en zijn vrouw in Oosterend terechtkon. Ik heb daar een paar jaar gezeten, onder de vloer. Niet de hele tijd hoor, maar om te schuilen. Je had in die tijd overal je mensen zitten. Dan was het: 'Daar komen ze weer hoor. Maak dat je weg komt.' Dan waren de Duitsers onderweg naar Oosterend en wist je waar je wezen moest: onder de vloer. Je wist het nooit. Eén keer stonden ze bij verrassing voor de deur. We zaten gewoon om de koffie met een stel andere mensen. Ze kwamen aanrijden en stopten voor de deur. Ik wist niet hoe snel ik moest vluchten. Mijn hart bonkte in mijn keel. Ik ben er via de achtertuin vandoor gegaan.'' Maar ze kwamen niet voor Arie: ''De buurman ernaast werkte op een schip dat van Amsterdam naar Texel voer. Ze moesten hem hebben, want die Duitsers wilden met zijn boot mee.'' Zag hij zijn meisje wel eens in die oorlogsjaren? '''s Avonds ging ik wel eens achterom en ging dan lopend naar Oost. En als Truus hier ergens te werken ging, dan zagen we elkaar ook wel eens.'' Het duurde tot na de oorlog dat ze zouden trouwen. ''We hebben een paar jaar op Oost gewoond. En van Oost zijn we naar Oosterend geraakt. Daar zijn we nooit meer vandaan gegaan. Eerst aan de Peperstraat en hier aan de Mulderstraat wonen we nu alweer vijftig jaar. Toen we hier kwamen wonen, zetten ze me gelijk in de het bestuur van de ijsclub. Daar heb ik 42 jaar in gezeten.'' Aan de muur een felicitatie van Wieb van den Berg, die een halve eeuw in het bestuur zat. ''We hebben beiden onze vrouwen ontmoet op de ijsbaan en waren allebei 23 toen we trouwden.'' Een andere tijd brak aan, Kalis kon weer aan het werk. ''Ik werkte eerst bij een boer in de bollen, maar ik wilde wat anders en heb me laten omscholen. Daarvoor heb ik in Den Helder een metselcursus gevolgd. Ik heb bij verschillende aannemers gewerkt. Eerst aan Den Burg, maar dat beviel niet zo. Toen kon ik hier in Oosterend aan de slag bij Kees de Kort. Hij nam van alles aan en je moest het allemaal kunnen. Bij hem heb heb ik het vak van metselaar en tegelzetter echt geleerd.'' Naast het huishouden deed zij allerlei schoonmaakwerk. Na zijn werk in de bouw, ging Arie ook 's avonds aan de slag. Truus: ''We kregen drie kinderen, met een goed verstand. Toen ze groter werden, wilden we ze laten leren. Maar studeren gaat niet voor niets.'' Arie: ''Ik ben gaan werken als verzekeringsagent en ging zo 's avonds het dorp door.'' Het geld was goed besteed. ''De kinderen hebben het allemaal goed gedaan'', vertelt hij trots over hun carrières, van kapitein tot onderwijzeres. Ze waren allemaal op het feest, net zoals de klein- en achterkleinkinderen. ''Het was een prachtig feest, ze hebben goed aan ons gedacht'', wijst ze op de vele bloemstukken, met onder andere felicitaties namens de koning. Hij is 93, zij 89, beiden gelukkig aan de Mulderstraat. Nog zelfstandig, met enige hulp van schoonmaakster Mieke, familie en de buren. ''We hoeven niks te vragen, ze doen het gewoon.''