Henk van  Wijk, van de Pijpersdijk, werd verliefd op het eiland.
Henk van Wijk, van de Pijpersdijk, werd verliefd op het eiland. Foto: Familie Van Wijk

In Memoriam: Een Amsterdamse slager die verliefd werd op Texel

Een geboren Amsterdammer die verliefd werd op het eiland, er kwam wonen en hier ook is gestorven. Henk van Wijk, woonachtig aan de Pijpersdijk, overleed op 16 oktober op 82 jarige leeftijd.

Van Wijk was zoon van een Amsterdamse melkboer. Hij kwam uit een gezin van negen kinderen, met een melkwijk in Amsterdam west. Henk wilde eigenlijk bakker worden maar zijn vader vond dat hij beter slager kon worden, aan een kilo riblappen viel nu eenmaal meer te verdienen dan een heel brood. Die redenatie vond de jonge Van Wijk zo gek nog niet. Al op zijn dertiende ging hij bij een slagerij aan de slag als fietsjongen, om uiteindelijk zelf het slagersvak te leren. Hij werd verliefd op de eerste verkoopster in een kleding zaak in de Kalverstraat. ''Die wil ik wel leren kennen'', dacht hij. Dat lukte, samen begonnen ze in Amsterdam Zuid, in de betere buurt, in 1961 een slagerij. Het ging voorspoedig, ze maakten een grote opleving mee in de slagerij en kregen drie zonen. Ook die zijn allemaal slager geworden. Henk kon goed voetballen en speelde bij de katholieke club DCG in Amsterdam West. Ook dat sportieve talent erfden zijn zonen, ze konden allemaal een aardig balletje trappen. Vakanties die met het hele gezin op Texel werden gevierd, bevielen zó goed, dat ze verliefd werden op het eiland. Ze kregen de kans een huis te kunnen kopen aan de Pijpersdijk en voelden zich daar bijzonder gelukkig. Met zijn echtgenote beleefde Henk er een mooie oude dag. Ze genoten van het kijken naar voetbal, ze waren regelmatig langs de zijlijn te vinden. Ze leerden de Texelaars kennen als lieve en vriendelijke mensen en raakten helemaal ingeburgerd. Hij werd onder meer aangesproken op de Texelse boot. 'Hé meneer Van wijk, hoe is het nu met u?'' ''Het gaat wel'', zei hij dan. Maar vertelde ook dat hij zijn vrouw, die in 2009 was overleden, zo miste. ''Nu zijn ze weer samen op de begraafplaats op de Hogeberg, een plek die ze zelf hebben uitgezocht'', vertelt zijn oudste zoon Raymond.