Afbeelding
Foto: Job Schepers

De zwerver

In de metro kwam er iemand langs om geld op te halen. Waarschijnlijk een dakloze, alleen zag de man er niet uit als een dakloze. Het was een oude man met redelijk nette kleding zonder rotte vis-geur. Misschien een zwerver met een klein gevoel voor stijl. De goedgeklede dakloze kwam mijn kant op. De mensen die naast mij zaten gaven hem geld. Gewoon een klein beetje. Een paar munten, de man was intens blij. Hij gaf de mevrouw een hand, net zoals de man naast haar. "Mooie dame heeft u", zei de goedgeklede dakloze nog tegen de man. Ik was de volgende in de rij om geld te geven. Met alle kracht in mijn hersens probeerde ik me te bedenken of ik ergens nog een verstopte munt had, maar ik was enkel met pinpas van huis gegaan. Met een blik probeerde ik de zwerver duidelijk te maken dat ik geen kleingeld had. Trouwens, dat is niet altijd een goed excuus voor een zwerver. Eén keer hoorde ik mensen naast mij zeggen dat ze alleen een pinpas bij zich hadden. De zwerver keek ze aan en wees een kant op en zei: "Daar. Daar is een pinautomaat waar u even kunt pinnen." Het ligt misschien aan mij, maar ik vind dit toch vrij onbeschoft voor iemand die geld komt vragen zonder daarvoor iets te doen. Tja, als de zwerver nou even een flikflak had gedaan, dan waren de mensen misschien wel even wat gaan pinnen. Maar goed. Ik heb dus bijna nooit losgeld op zak. Dat heeft een reden: ik ben een paar keer losgeld kwijtgeraakt. Bijvoorbeeld die ene keer toen ik ging eten met een jongen die later mijn eerste vriendje zou worden. Ik had geld gekregen van mijn moeder om de rekening te kunnen splitten na het eten. Lief van mijn moeder. Maar wat een verrassing, ik bleek mijn geld verloren te zijn. Ik moest hem alsnog voor me laten betalen. Alsnog is het daarna wel iets geworden. Het geld was ik trouwens wel echt kwijt (en het vriendje later gelukkig ook weer). Maar terug naar de metro. Ik zag dat de zwervende man weer wat geld had gescoord. Hij was dit keer zo blij dat hij de donateur spontaan knuffelde en hem een kus op zijn hoofd gaf. Het ontroerde me. Misschien moet ik voortaan wat munten op zak nemen voor een enkele goedgeklede bedelaar.

Katja Schraag