"Ik ben gevoelsmatig een rijk man geworden van de omgang met mensen met een verslaving." Foto: Jeroen van Hattum

Verslaving is een eenzaam bestaan

Na bijna dertig jaar is Jan den IJzerman uit Den Burg gestopt als hulpverlener bij de Skuul. De fluwelen handschoenen bleven uit op het werk. Bewust om mensen met een verslaving te helpen. "Ze wisten dat ik ze nooit zou laten vallen."

Hij voelde zich er meteen thuis toen hij in 1986 voor het eerst bij De Skuul kwam. De instelling voor verslavingszorg was toen ook al op 't Horntje gevestigd. "Er waren mensen, ze hadden er een eigen boerderij en er liepen dieren rond. Het voelde allemaal meteen goed." Den IJzerman was destijds 37 jaar oud en toe aan wat nieuws na zeven jaar in de begeleiding van chronisch psychische patiënten bij de stichting Querido in Amsterdam te hebben gewerkt. "Een sportleraar bij Querido, Herman van Gemerden, vroeg of ik geen zin had wat anders te doen. Hij had een advertentie van de Skuul bij zich en daar zochten ze iemand." Voor de in Den Helder geboren en deels in Den Helder en deels in Weesp opgegroeide Den IJzerman was het een kans terug te keren naar de regio waar hij vandaan kwam. "We zaten destijds twee keer per jaar op de Vogelmient, dus we kenden Texel ook al een beetje. Ik heb een gesprek gehad met André Delsing die toen de scepter zwaaide over de Skuul en met dank aan Van Gemerden als kruiwagen mocht ik er aan de slag."

Het leek er in eerste instantie helemaal niet op dat Den IJzerman in de verslavingszorg terecht zou komen. Hij volgde aan de LTS een opleiding tot letterschilder, waarna hij een aantal jaar dat vak uitoefende. "Via een vriend ben ik in de verpleging gerold. Hij werkte bij een verpleeghuis in Weesp en vroeg of ik zin had een keer mee te gaan. Ik heb daar de opleiding ziekenverzorging gedaan. Daarna heb ik in een ziekenhuis in Bussum de opleiding Verpleging A gevolgd, maar die heb ik niet afgemaakt." Bij Querido volgde hij een opleiding inrichtingswerk. Voor de hulp aan verslaafden op de Skuul volgde Den IJzerman een opleiding psychosociale hulpverlening aan het Kempler Instituut van Walter Kemper en hij leerde in de praktijk veel van dokter Leo Barnard uit Oosterend die aan de Skuul was verbonden. Dokter Barnard leerde hem om goed naar zichzelf en zijn eigen gedrag te kijken als zich een probleem voordeed. "Bijvoorbeeld als ik me ergerde aan iemand die in mijn ogen dominant was. Dokter Barnard vroeg me dan waarom ik daar een probleem van maakte. Ik moest niet naar die dominante man kijken, maar ik moest me afvragen waarom ik daar een probleem van maakte. Die manier van werken gaf rust in mijn hoofd en het werkte door in de behandeling van de mensen in de Skuul. Je leerde anderen ook naar hun eigen gedrag te kijken. Je had bijvoorbeeld soms te maken met mensen die niets liever hadden dan te worden weggestuurd. Dan konden ze terug op hun oude plek weer de kroeg induiken, het opnieuw op een zuipen zetten en alle schuld aan de Skuul geven omdat ze daar ook al niet begrepen werden. Zulke mensen moest je dus nooit wegsturen, maar altijd aanspreken op hun gedrag en een spiegel voorhouden. Dan zei je dat ze het er met hun eigen gedrag op de Skuul naar maakten dat hun verblijf niet kon worden verlengd."

Den IJzerman praat tijdens het interview in duidelijke bewoordingen over mensen die een verslaving hebben. Het begrip zielig komt er niet aan te pas en tijdens groepstherapieën kon hij - als het nodig was - spijkerhard en meer dan duidelijk zijn. Tegelijkertijd praat hij met compassie over de verslaafden die hij in dertig jaar tijd zag. Mensen die bij de Skuul aanklopten, klopten aan voor hulp om uit de problemen te komen en daarin begeleidde Den IJzerman hen waar mogelijk. "Ik gaf mensen altijd aan dat ik met hen op zoek zou gaan naar de pijn. Dat betekende samen knokken en soms ook echt de strijd aangaan. Door te drinken, wend je je van de pijn af en voel je niets. Op de Skuul ga je juist op zoek naar de pijn die tot de verslaving leidde en dat was niet altijd even prettig. Maar ik gaf mensen ook altijd aan dat ik ze nooit zou laten vallen. Onder een verslaving zit vaak een leefprobleem en de kunst is dat probleem aan te pakken om een einde te maken aan een verslaving." Dat leverde soms bijzondere situaties op als mensen ergens enorm tegenaan hikten of dachten dat ze iets echt niet konden. "Dan vroeg ik hen om eens te kijken waar ze stonden in de Skuul en waar ze vandaan kwamen. Dan kwamen mensen soms tot de ontdekking dat ze al veel stappen hadden gemaakt zonder dat ze het zelf in de gaten hadden. Maar het is hard werken om van een verslaving af te komen. Verslaafden zijn gevoelige mensen. Zij doen altijd hun best om goed over te komen. Ze willen niet dat jij denkt dat ze gefaald hebben, dus liegen heeft een positieve functie voor hen. Wat ze moeten leren, is dat ze van zichzelf zichzelf mogen zijn." Mensen die op de Skuul verblijven, zitten daar over het algemeen drie tot vier maanden en soms een half jaar. De gedachte is dat mensen weg zijn uit hun reguliere omgeving, op Texel zichzelf kunnen zijn en aan hun problemen kunnen werken. Dat gaat met therapieën, maar ook door met elkaar samen te leven en invulling aan het dagelijks leven te geven. "Mensen zijn soms 15 tot 20 jaar aan de drank geweest. De drank is dan echt het enige dat je nog hebt. Als je weer nuchter bent, komen er tal van gevoelens die je jarenlang verdoofd hebt op je af en dat kan in het begin doodeng zijn. Tijdens groepstherapieën leer je die gevoelens met elkaar te delen. Verslaving is een eenzaam bestaan, dus je moet vaak weer leren delen als je nuchter bent. Belangrijk bij dergelijke gesprekken en bijeenkomsten is dat je als hulpverlener ook je eigen gevoelens toont. Je staat niet boven de mensen aan wie je hulp verleent, Je bent zelf ook gewoon mens." Volgens Den IJzerman was het belangrijk om in de Skuul op de kleinste dingen alert te zijn. "Tijdens het eten kon wel eens ruzie ontstaan over basale dingen als het zout of als iemand zich eraan ergerde dat een ander telkens opstond van tafel. Dan ging het helemaal niet om het zout of dat opstaan, maar om een laag die daaronder zat. Daar moest je soms meteen op inspringen. Bij iemand die zich ergerde aan de ander die opstond van tafel, keek je dan waarom die persoon zich ergerde. Het kan zijn dat die persoon vroeger aan tafel amper mocht bewegen eigenlijk gewoon jaloers is dat die ander wel zomaar kan opstaan van tafel. Als je zoiets aan de orde stelde, was de eerste reactie uiteraard een ontkenning, maar als je wat langer doorging wilde het toch wel eens kloppen. Daarom was het ook zo belangrijk om telkens te kijken waarom iemand zelf ergens een probleem van maakte."

De oorzaken van een verslaving zijn volgens Den IJzerman divers. "Het kan in je genen zitten, maar het kunnen ook zaken zijn die zich in je jeugd hebben afgespeeld. Mensen kunnen in hun jeugd ergens door geraakt zijn, nooit bescherming of troost hebben gehad of ze hebben geen warmte, liefde en genegenheid gekend. Dan mis je een basis waarop je terug kunt vallen. Bij dames zie je ook nog wel eens dat incest of verkrachting een oorzaak is. Daar zal iemand zeker niet snel over beginnen als je in het algemeen vraagt hoe de jeugd is geweest, maar met bepaalde methodes kun je dichterbij komen. Wat je bij iedereen ziet, is dat het tijd en geduld vraagt om weer met het leven te leren omgaan als je gestopt bent met de drank. En je moet het in je eigen tempo doen. Een gebrek aan geduld kan je vijand worden." Den IJzerman zag in de loop der jaren geregeld mensen die dachten dat ze er waren, maar bij nader inzien toch tekort therapie volgden om echt van een verslaving af te komen. "Die belden je dan op om te vertellen dat het weer helemaal mis met ze was. Dat was ik dan niet met ze eens, waarna ze meestal verbaasd reageerden. Maar let wel, de eerste keer hebben ze er jaren over gedaan om hulp te zoeken en nu belden ze al na een paar weken. Dat is een verbetering. Bovendien hebben ze dan ook een ervaring erbij en ervaring is nog altijd de beste leerschool."

Mensen bewust maken van hun sterke kante was een andere bezigheid van Den IJzerman in de Skuul. "Je kijkt bij iedereen naar het gezonde deel. Waar is iemand goed in. Iedereen heeft goede kanten, maar mensen die een verslaving hebben gehad, moet je daar soms weer van bewust maken. We hebben hier een vrouw gehad die gedichten schreef die recht uit haar hart kwamen. Zij wilde niet van ons geloven dat die gedichten echt goed waren. Zij had moeite om de complimenten te ontvangen. Dat zie je vaker; mensen voelen zich dan weer klein, terwijl dat helemaal niet nodig is."

Dé methode om mensen te helpen, bestaat niet volgens Den IJzerman. "Je begeleidt mensen om hun eigen pad te vinden. Als het iemand helpt om twee uur op zijn kop te gaan staan, dan mag je van mij twee uur op je kop gaan staan." Belangrijk is volgens hem in ieder geval het leefprobleem onder de verslaving aan te pakken. "Je verliest het als je met jezelf de strijd voert of je wel of niet de fles pakt. Als je jezelf afvraagt of je weer alle problemen wil meemaken die je door de alcohol hebt meegemaakt en je zegt daarop hard nee, dan wordt het makkelijker om de fles te laten staan. En je laat mensen in hun waarde. Ik zal nooit tegen iemand zeggen dat hij of zij liegt. Ik zeg dat iemand zijn of haar waarheid vertelt, maar dat ik het moeilijk kan geloven. Dan haal je iemand niet omlaag. Er spelen vaak al minderwaardige gevoelens als iemand die werkelijkheid mooier voordoet dan die is." Het doet hem goed dat de Skuul, die de afgelopen jaren dreigde te verdwijnen, weer toekomst heeft nu het een organisatie is die op eigen benen staat. "Er is veel ruimte voor nazorg en dat zie je lang niet bij elke kliniek." Hij is lovend over de voormalige collegae. Helemaal stoppen is er nog niet bij. Samen met collega Tonnie Bruining zette hij kortgeleden twee zelfhelpgroepen op voor Texelaars die met een verslaving kampen of van wie een naaste met een verslaving kampt. "Op een of andere manier houd ik van mensen met een verslaving", aldus Den IJzerman. "Maar ik houd niet van hun daden als ze bijvoorbeeld hun partner of kinderen slaan. Dat keur ik af." Hij kijkt met voldoening terug op het werken met verslaafden. "Je leert van elkaar. Als hulpverlener leer jij ook van de mensen die je begeleidt. Ik ben er zelf gevoelsmatig een rijk man van geworden."

Door te drinken, wend je je af van de pijn. Op de Skuul ga je juist op zoek naar de pijn

Jeroen van Hattum

De Skuul waar Den IJzerman jarenlang werkte.