Wouter Klootwijk had vrijdagavond in de Maartenskerk een aandachtig gehoor.
Wouter Klootwijk had vrijdagavond in de Maartenskerk een aandachtig gehoor. Foto: Gerard Timmerman

Klootwijk beduusd van opkomst

''Bijvangst is visvoer. Je bent van lotje getikt als je dat aan land neemt. Maar dat weten ze niet in Brussel.'' Dat zei journalist en columnist Wouter Klootwijk vrijdagavond over de naderende plicht voor vissers om de bijvangst aan land te brengen.

De tv-persoonlijkheid sprak in een bomvolle Maartenskerk in Oosterend, ter gelegenheid van Texel 600 jaar Stad. ''Ik ben er beduusd van'', doelde hij op de belangstelling. Thema van zijn voordracht was ''Bijvangst'', een beladen onderwerp in de visserij, die ondermaatse en andere onbruikbare vis die nu boven wordt gehaald tot dusver weer terug mag zetten. Klootwijk zette uiteen dat de weliswaar een zeer gering percentage van deze vis dit overleeft. ''En dan zeggen ze in de stad: Schandalig, verspilling van biomassa.'' Toen hij hoog in Noorwegen werd geconfronteerd met de maaginhoud van een kabeljauw, ontdekt hij dat dit flauwekul is. ''Kabeljauw eet 70 procent van het eigen gewicht. Bijvangst is dus visvoer.'' Wat niet wegneemt dat hij ook constateerde dat vissers hard bezig zijn bijvangst te vermijden. Hij vertelde ook dat bijvangst voor mensen best smakelijk kan zijn. Zo had hij voor zijn tv-programma's al eens gefrituurde balletjes van gemalen zandspiering, een bijvangst van garnalen, gegeten. ''Verrukkelijk!''

Ander bijzonder voorbeeld van bijvangst was een trawler die bij Noorwegen dusdanig veel haring in het net had, dat die het zelf niet meer kon laden. Die nam contact op met een ander vissersschip, die de overtollige vangst overnam en zelf niet meer hoefde te vissen. Met de Noorse haringstand zit het wel goed. Klootwijk nam onderzoeksinstituut IMARES op de hak. ''Ik moet daar ontzettend om lachen, zoals ze daar op het zand van de Veluwe zitten.'' Over kokkels wordt gezegd dat er 445,6 miljoen kilo kokkels op het wad zitten. Volgens deze bioloog een ruwe schatting. Klootwijk: ''Hoe komen jullie dan aan die komma zes?'' Het antwoord: ''Dat rolt uit de computer. Wij biologen maken schattingen aan de hand van proeftrekjes. Wij weten dat we er dertig procent naast kunnen zitten.'' Klootwijk: ''Dus dertig procent meer of minder. Bizar. Kokkels zijn de lekkerste schelpdieren uit de Waddenzee. Een topschelpje! Maar al onze kokkels gaan naar Spanje. In Italië kost een blikje kokkels €25,- per stuk. Nederlandse kokkels, die we hier zo... Die Spanjaarden zeggen: Wij begrijpen niet dat jullie dat niet eten.'' Maar er is hoop. In Harlingen wordt gebouwd aan een fabriek om kokkels in te blikken. Er ligt goud op de bodem van de Waddenzee. Maar dat wisten jullie natuurlijk al...''

Over blik gesproken: ''Hoe kan het toch dat die sardientjes altijd in het blikje passen?'' Hij was er voor naar Portugal gereisd. En gezien dat de gevangen sardientjes daar ter grootte van een haring, nooit in zo'n blikje passen. ''Wacht maar'', zei de visser. In de fabriek zag Klootwijk hoe honderden vrouwen de sardientjes op maat knippen. ''Het blikje bepaalt dus hoe klein de vis wordt geknipt.''

Klootwijk kan een potje breken bij zijn gehoor. Visserman Jan Drijver stapte na afloop naar voren. ''Er zijn heel veel bekende mensen in Nederland en Europa die ons het leven zuur maken en maar heel weinig ambassadeurs. Bedankt voor alle reclame die je voor ons maakt'', deed Drijver Klootwijk hem zijn pet cadeau, een gebaar dat hij niet eerder maakte. Het was Klootwijk teveel eer. ''Mijn uitgangspunt is om de mensen te informeren over vis.'' Op zijn minst is hij een ambassadeur voor de Noordzeevis. ''Eindelijk wordt er over vis gepraat'', hoorde hij zelf in viswinkels vertellen.

Vrijdagmorgen had Klootwijk, op verzoek en initiatief van de redactie, een bezoek gebracht aan de haven van Oudeschild. Samen met Boy Schuijling, chefkok van 't Pakhuus, had hij vers gevangen vis bekeken op de TX1 van de familie Vonk en verse kokkels bij de firma Schagen. Die vervolgens werden meegenomen naar 't Pakhuus, waar Boy Schuijling er voor Klootwijk en zijn vrouw een heerlijke lunch mee bereidde. Een reportage daarover verschijnt in het eerstvolgende nummer van Texel Magazine.