Hans Keesom, ''De Witte Reus'' relaxed boven op zijn crosswagen van zijn stamcafé.
Hans Keesom, ''De Witte Reus'' relaxed boven op zijn crosswagen van zijn stamcafé.

De Witte Reus: ''Deed en durfde alles, was oprecht en goudeerlijk''

Groot en beresterk, met spierwit haar. Hans Keesom dankte er zijn bijnaam ''De Witte Reus'' aan. Een Texelaar die in zijn jonge jaren ''alles deed en alles durfde'', maar ook oprecht en goudeerlijk, met wie je moeilijk ruzie kreeg. Tenzij je hem of zijn vrienden onrecht aandeed. De Witte Reus was in die jaren een begrip op het eiland. Als kind een belhamel, die streken uithaalde, niet zelden op school. Hij was gezegend met een goed stel hersens, leren ging hem makkelijk af, hij ging naar de HBS, maar hij verveelde zich en haalde streken uit. Met als gevolg dat toen hij in de derde klas zat, de school het naar verluidt ''wenselijk achtte'' dat hij de school verliet. Hij ging aan het werk, volgde cursussen, zoals metaalbewerking en belandde op een sleepboot en voer de hele wereld over. Maar bleef ook Texelaar. Hier leefde hij er op los. De kroeg, toen de Beerebar, was zijn domein. ''Een oprecht eerlijke vent, die voor je door het vuur ging. Maar als je hem of zijn vrienden onrecht deed, kon je maar beter even weglopen. 'Die moet ik even parkeren', zei hij dan'', vertelt Henk Jansen over zijn (jeugd)vriend. Hij herinnert zich hoe ze aan de bar een biertje dronken. ''Ik stond op om naar het toilet te gaan, maar we lieten ons biertje staan. Drie Duitsers gingen op onze krukken zitten. De Reus vroeg eerst in zijn beste Duits of ze wilden opstaan. Toen ze dat niet wilden pakte hij ze op en sleepte ze naar het toilet. We hebben ze niet meer gezien...'' Een man die niet in een biertje spuugde en het ooit presteerde om op het Schilderend in slaap te vallen, terwijl de motor van zijn auto nog draaide. En die bij een bezoek aan de Beerebar met zijn brommer tegen een container knalde en met een schedelbasisfractuur naar het ziekenhuis werd afgevoerd. Jansen: ''Toen ik hem na de operatie bezocht, zei hij: 'Leuk dat je er bent, maar heb je geen biertje meegenomen?' Hij gaf me opdracht zes halve liters Heineken te halen. Acht weken later mocht hij naar huis. ''U bent een uniek persoon en hoeft niet meer terug te komen', zei zijn behandelend arts. De Reus was een waardevolle vriend.''