Anders bekeken

Zoentje

Ik ben moe maar voldaan, het seizoen zit er voor mij op. Vakantiegasten bij de gewone patiënten zijn geweldig, maar verhogen de druk. Met een zwaar hoofd geef ik vertrouwde mensen een zoen, ik zal ze een paar weken niet zien. "Fijne vakantie Jozien." Een zoen, een knuffel, we hebben ze nodig, 's morgens, 's middags, 's avonds, ja altijd en overal. Bij het zoenen komt een stof vrij: het knuffelhormoon oxytocine , in 1906 al ontdekt. Het bewerkstelligt een betere interactie met elkaar. Het verlaagt stress en angst en stimuleert het invoelend vermogen.

Maar in onze maatschappij waar de lat hoog ligt, is het belangrijk dat we onze kinderen, partners, collega's en vrienden af en toe een aai over de bol geven, een schouderklopje, het doet soms wonderen. Het zegt: het is goed zoals je bent, je mag er zijn, ga zo door. Verbaal knuffelen door aan te moedigen met de woorden: "Goed zo." Probeer het maar eens, het werkt. Ik moest er aan denken toen ik zaterdagmiddag met manlief een heerlijke zeiltocht maakte bij de dochter aan boord. "Ga je mee lekker varen mam, ik zorg voor broodjes." Dat was Sail op het wad. Een flinke bries en een blauwe lucht, een duik in de golven en…een goede knuffel. 's Avonds hadden we het gevoel dat de accu weer was opgeladen. Heerlijk.

De krant en de tv lieten de mooiste beelden van de grootste wereldschepen zien, een haven vol in Amsterdam, een groot spektakel, bijna zonder wanklank of aanvaring, hoogstens een zoentje, zo sprak Van der Laan. Een zoentje op zee, ja dat gaat op sien Tessels soms met een zoentje voor twee. Het is al weer een tijdje geleden, Bram van Dijk en de Van der Slikke's spanden samen. Overdag vissen en 's nachts lagen ze wat te drijven. Op een morgen dacht Bram: "Wat duurt het toch lang, ik wil aan de gang, ik zal ze een zetje geven". Maar op het moment dat hij de TX91 een duwtje wou geven, kreeg hij net een zeetje in de kont. Wat een schrik, een gat in de reling, ja ze waren wel wakker, dat is een ding wat zeker is! We kunnen er nu om lachen, het typeert ons als bevolking, als Tesselaars. Maar wees eens eerlijk: waardeert u de omgeving, uw vrouw, man, kinderen, collega's wel genoeg? Geeft u bij het komen en gaan een vette pakkerd? Zegt u wel eens als het eten weer dampend op tafel staat: "Goh skat, dat heb je goed gedaan, lekker smikkelen." Of bent u van het type: als ik niets zeg is het goed. Of nog sterker: Als het niet goed is, dan zul je het horen! Is onze Tesselse bevolking zo gemoedelijk en waarderend voor elkaar? Of gebeuren er soms dingen die je akelig laat wakker schudden? Ik blijf vertrouwen op het positieve, hoe moeilijk soms ook, en geef u in gedachten een dikke kus…oxytocine van…

Jozien