'Wrak Burgzand Noord is nog in goede staat'

Het scheepswrak in de Waddenzee dat de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) momenteel onderzoekt, is tussen de dertig en de veertig meter lang en circa zeven meter breed.

Dat zijn de eerste bevindingen van de duikers van de RCE die sinds vorige week duiken naar het wrak op de locatie Burgzand Noord in het westelijke deel van de Waddenzee. Dat is een gebied van circa zeventig hectare groot waar de Rijksdienst van 1998 tot 2005 twaalf wrakken in kaart heeft gebracht. Burgzand Noord – een Rijksmonument sinds 2013 - was vroeger het centrum van de Rede van Texel. Op die plek gingen veel schepen voor anker. Hoewel een beschutte plek vergingen er geregeld schepen. Het wrak dat nu wordt onderzocht, werd in 2010 door Texelse duikers ontdekt. Voor die tijd lag het verborgen in de bodem. Het wrak heeft de naam Burgzand Noord 17 gekregen. Vorig jaar hield de RCE er al een proefduik en nu wordt er twee weken lang gedoken. Volgens maritiem archeologen Thijs Coenen en Johan Opdebeeck van de RCE verkeert het schip nog in goede staat. "Het middelste gedeelte is ingeklapt, maar het ziet er naar uit dat het voorschip en het achterschip nog intact zijn." Dat is onder meer afgelezen aan de stand van de zogeheten knieën, gebogen stukken hout die vroeger gebruikt werden als verbindingsstuk tussen de balken van het schip. Het schip dateert vermoedelijk uit de zeventiende eeuw. De lading bestond uit tropisch palmhout. Er is inmiddels ook een anker gevonden, een paar restanten van kanonnen en een paar pompen waarmee lenswater uit het schip werd gepompt. Volgens Coenen en Opdebeeck is het aannemelijk dat het schip vroeger voor de handelsvaart werd gebruikt. Ze sluiten uit dat het een oorlogsschip betrof. Of het mogelijk een schip van de VOC betreft, is niet te zeggen. "Het is uit de tijd van de VOC, maar er waren destijds ook veel andere schepen die voor vervoer van lading zorgden. Archiefonderzoek zou zoiets verder duidelijk moeten maken." Het onderzoek dat nu gedaan wordt, moet leiden tot een rapport met adviezen voor de gemeente. Die heeft sinds enige tijd meer verantwoordelijkheden op het gebied van onderwaterarcheologie, waardoor het straks aan de gemeente is om te bepalen wat er verder met het wrak moet gebeuren. "Omdat het om een Rijksmonument gaat, zal de RCE daar wel altijd een rol in hebben", aldus de RCE. De Rijksdienst doet nu alleen onderzoek op de bodem. Er wordt niet gegraven in de bodem om meer van het schip bloot te leggen. Volgens de duikers zou in een dergelijke situatie ook een vervolg aan het onderzoek moeten worden gegeven. "Dan zou je bijvoorbeeld spullen moeten gaan tentoonstellen. Dat zijn keuzes die je eerst moet maken." Mogelijk wordt het wrak na het onderzoek afgedekt met steigergaas zoals dat ook gebeurde bij de andere onderzochte wrakken op Burgzand Noord. De RCE wil de wrakken zo behouden en conserveren tegen onder meer paalworm en stroming. De RCE is aanwezig met een team van acht mensen. Er wordt gevaren met de WR 82 Gerdia uit Den Oever. Het zicht onderwater is beperkt tot hooguit enkele decimeters. Er wordt gedoken als het tij en de stroming het toelaten.