Slijter Klaas Smidt kon volledig opgaan in de muziek.
Slijter Klaas Smidt kon volledig opgaan in de muziek. Foto: Wolbert Poelman

'De klant is een mens'

Een geboren Texelaar, maar de wereld was van hem, de zee zijn passie. Hij had als derde stuurman de oceanen bevaren en veel gezien. Zo had hij een breed wereldbeeld opgebouwd. Maar toen hij aan de bril raakte, was het varen afgelopen. Hij was goed bij de wekker, studeerde zelfs een poosje wiskunde en vond werk bij de Amsterdamse Droogdokmaatschappij, waar hem een hoge inspecteursfunctie in het vooruitzicht werd gesteld. Maar het liep anders, bij een reorganisatie verloor hij zijn baan. Met kerst waren de spaarcenten op, de cadeautjes die ze hun kinderen met Sinterklaas gaven, waren opgeknapte tweedehandsjes. Met de rollade die ze kregen, waren ze zielsgelukkig. Zo leerde hij en Mary wat armoede was. Langzaam krabbelden ze op, hij werkte in de lelies en later op Kogerstrand. Veel onder de mensen en daar hield hij van. Mary kon in de slijterij in de Waalderstraat aan de slag, die ze in 1990 konden overnemen. Ze leefden zuinig en spaarzaam. In 1993 kochten ze de slijterij in de Witte Kruislaan er bij, Klaas werd het gezicht van dit bedrijf. Met veel kennis van de verschillen dranken en een scherp oor en oog voor zijn klanten. Vogels van diverse pluimage, maar hij maakte geen onderscheid. Goedgemutst en opgewekt. Hij wist veel over de Texelaars, kende hun familie en maakte als het even kon een praatje, dat nog ergens over ging ook. Wie vaker kwam dan goed voor hem was, nam hij tactisch even apart. Die kreeg een poosje niet meer. Maar hadden mensen tegenslag of hulp nodig, dan zette hij zijn hart open. Het 25-jarig jubileum van hun bedrijf maakte hij nog net mee. Een beminnelijke man die voor je door het vuur kon gaan, maar ook iemand die kon vechten als een duivel als hij onrecht rook. Zoals bij het Esperantomonument. Op menig bijeenkomst sprak hij met stemverheffing over de schending van dit plantsoen tegenover zijn woning aan de Kogerstraat. Hij haalde fel uit naar de ambtenarij en onwillige bestuurders. Vergeefs, zijn ingezonden brieven ten spijt (hij had er al weer eentje klaar liggen), moest hij toezien hoe het perkje regelmatig vol werd gezet met fietsen en het bouwwerk zelfs werd beklad. De linten die er nu uit respect zijn opgehangen, houden ze even tegen. En er staan bloemen bij het monument, dat nu een nevenfunctie heeft gekregen, ter nagedachtenis van de strijdlustige overbuurman. Het eerbetoon, ook als gastvrije entree van het centrum, zou compleet zijn met een passend hekwerk, zodat er geen fietsen meer worden neergezet. Hoe fel ook - wellicht een restant van zijn Poolse adellijke voorgeslacht - het was geen obsessie. Hij kon volledig opgaan in de muziek. 's Avonds kroop hij achter zijn vleugel en liet via de klassieke muziek zijn gevoel spreken. Als laatste speelde hij Schumann's, Kreisleriana op. 16, het boek staat nog op de vleugel. Schilderen deed hij ook, bij voorkeur de zee. 74 jaar oud, nog altijd energiek en krachtig, stond hij elke dag in de slijterij. Tot hij plotseling ziek werd en overleed.