Achter de schermen: ''Rust''

Texel, eiland van rust en ruimte. Zo verkopen we het graag. Met de ruimte zit het nog wel goed, maar over die rust begin ik me steeds meer zorgen te maken. Ik bedoel rust in de zin van stilte. Niet de festivals en evenementen die wat lawaai veroorzaken. Dat lawaai is na een dag, een avond of bij uitzondering een heel weekend wel weer voorbij. Daar stoor ik me niet aan, soms ga ik er zelfs naartoe. Maar na afloop keert de rust weer. Waar ik me in toenemende mate over verbaas is wat ik hier over de weg zie en vooral hoor. Het Texelse wegennet begint steeds meer op een soort parcours te lijken voor allerlei bijzondere karretjes en andere voertuigen die volgeladen met uitgelaten toeristen over het eiland knetteren. Pruttelende solexen, tuktuks die je van verre hoort aankomen en sinds enige tijd zie ik ook ronkende buggy's voorbij scheuren. Bestuurd door twintigers, dertigers en veertigers met wapperende haren en grote stofbrillen op, want er zit geen voorruit in. Toch wel met een behoorlijke vaart, ook over smalle weggetjes, ik hou mijn hart vast. ''Dit gaat nog een keer mis'', deelde een fietsmaat onlangs mijn zorgen. Laat één ding duidelijk zijn: ik gun iedereen zijn pleziertje, en gezien de regelmaat waarmee ik de meute zie rondrossen zal het wel in een behoefte voorzien. Maar of we er blij mee moeten zijn...

En sinds zich vorige week een wanhopige Texelse op de redactie meldde, weten we ook dat Texel met een ander vorm van overlast kampt: laagfrequent geluid. Toen deze mevrouw me bijpraatte over de bromtoon die ze voortdurend hoort, moest ook ik even fronsen toen ze zei dat ze het op dát moment ook hoorde. Zelfs in onze, volgens mij geluidsloze, spreekkamer. Ik hoorde niets, zij wel. Precies datgene waar zij en haar lotgenoten die ook wakker liggen van zo'n voortdurende bromtoon tegenaan lopen. De mensen uit hun directe omgeving horen het niet. Inmiddels hebben zich al heel wat Texelaars gemeld, ook deze week. Een bewoonster van het buitengebied die sinds 2010 zo'n bromtoon hoort. In dat jaar nam een akkerbouwer in haar omgeving een nieuwe koelinstallatie in bedrijf. De trillingen en lage tonen die de ventilatoren veroorzaken, houden haar sinds die tijd uit haar slaap. Uit wanhoop heeft ze nu 's nachts muziek aanstaan, een lapmiddel dat weinig helpt. Ze heeft de veroorzaker meerdere keren benaderd, het hielp even, maar sinds er 's nachts weer voluit, met de beluchtingskleppen open wordt gedraaid, is het er weer als vanouds. ''Afschuwelijk.'' Wie het niet hoort kan het zich niet voorstellen, maar het probleem is er wel degelijk. Voor die kleine groep Texelaars, maar ook een deel van onze gasten moet er last van hebben. Nu ook wij die het niet horen dit weten, de vraag: wat doen we er aan?

Gerard Timmerman