Met de kop op de zee….

Het waait dat het rookt, ik ben voor de zorg op Grietjeshoeve aan de Schorrenweg, een gemoedelijke en gezellige kamperen- bij-de-boer-camping. "Het tweede veldje, de caravan met tent op de linkerhoek Jozien, je vindt het wel", wordt me toegemaild. En inderdaad, een Fries echtpaar, van dik in de 90, tref ik aan als ik het tentdoek openrits. "Goedemorgen, hoe is het hier?" Ik stap naar binnen en maak kennis. Met vereende krachten hebben ze vannacht de voortent afgebroken en alle spullen ondergebracht, wat een toestand. "Ik hing aan de tentstokken", zo vertelt het Friese manneke opgetogen. De baas loopt op zwarte klompies en reikt bij mij tot de borst. "Iedereen kwam helpen, geweldig, no?" Dat beaam ik natuurlijk, we gaan op weg over het grasveld met de rollator, met een grote tas met verskoning, en duiken in de damesdouche. Dhr is aan de linkerarm verlamd, maar ik weet hem nog net vast te grijpen en til hem in de lucht. Hij weegt niet meer dan 60 kg volgens mij. "Oh, u bent sterk", hij lacht naar me en knijpt in mijn bruine bovenarmen: "Ja, die zijn flink aan de maat", lach ik terug. "Maar niet allemaal spek hoor, ik maak graag wat kilometers in zee." In een combinatie van Fries en Hollands vertelt hij graag over zijn leven, een kleine kruidenier, melkboer met een groot gezin en talent voor het schaatsen. "Drie kruisjes mit reedriede, no." Texel is voor hem vakantie, met zijn vrouw heerlijk in de zeewind, genieten van de oude dag. Fietsen naar de vuurtoren en De Cocksdorp gaat niet meer, maar zijn dochter en schoonzoon nemen ze nu mee in de auto. Ik gooi nog een muntje in het apparaat en laat hem genieten van het warme water. Bij de tent is hij vrolijk: "Ik ben gewassen door Ada Kok" en zo blijf ik de rest van de vakantiedagen heten. De golven zijn hoog achter de waddendijk, dat mag de pret niet drukken, het water is heerlijk, de temperatuur is goed en we duiken er alle dagen weer in om kilometers te maken. Op zee is het minder, de mannen kunnen bijna niet aan boord zijn. Wilde zee en heftige buien, in oliegoed onder de bak. Met een bries van 7, 8, is het niet echt prettig. Manlief mailt naar huis: "We hebben een flink koutje, Ome Johan en Sieb treffen het niet, Van der Zee zo ziek als een hond, maar wel een aardig stekkie." Het zeemansleven gaat niet altijd over rozen. Dat is zeker. Een mooi, maar zwaar beroep. Zaterdag 8 augustus is er een boekpresentatie : 'Met de kop op de zee', over de visserijgeschiedenis van Texel. Een prachtig gebonden boek, geschreven en gemaakt door Sam van der Slikke, Cor de Wolf en Frits Aalderink. Echt een aanrader als u interesse heeft in de visserij. Ik mail terug: "Probeer wat te blijven eten, pepermuntje in de mond". Je hoeft de mannen niks te vertellen na 40 jaar varen, maar toch. Als ik zondagmiddag uit het water kom, zie ik een plastic zakje met de getijdentabel met aantekeningen waar de zwemgroep in zee gaat. En de groetjes van Ria, ook een Ada Kok, in het zakje zit een grote pepermunt, lekker.

Jozien