Negatief resultaat Woontij in 2014

De gemiddelde wachttijd voor een huurwoning bij Woontij is in 2014 opgelopen naar 37,7 maanden (3,1 jaar). In 2013 was dat 32,8 maanden (2,74 jaar). Ter vergelijking: de gemiddelde wachttijd in Den Helder is in 2014 6,7 maanden. Eind vorig jaar stonden er op Texel 1238 mensen op de wachtlijst, in 2013 1099.

Dat blijkt uit het jaarverslag van Woontij. Er zijn vorig jaar geen nieuwbouwwoningen opgeleverd, wel is gestart met de bouw van 12 huurwoningen op 't Zouteland, 10 huur (woonaltijd)woningen op de locatie Kogerhoop en bouw van de Hospice in Den Burg. Daarnaast zijn er in Den Burg, Oudeschild en Oosterend projecten in ontwikkeling. Er waren in 2014 14 aanvragen voor urgentie, waarvan er 2 zijn toegewezen, 9 afgewezen, 2 zijn ingetrokken en eentje viel er buiten behandeling. Wat betreft de huurprijs vallen verreweg de meeste huizen in de categorie ''betaalbaar'' en is er een kleine verschuiving naar ''duur boven HTS'' (huurtoeslag). Een onafhankelijk bureau onderzocht de maatschappelijke prestatie. Scores: prestatie naar opgaven en ambities 6,8 (norm 7), presteren volgens belanghebbenden 7,5 (norm 7), presteren naar vermogen 6,9, (norm 6) en governence 6,9 (norm 6). De aanbevelingen zijn verwerkt in de strategische toekomstvisie ''Vooruit naar de basis''.

In 2014 bedroeg de huurverhoging gemiddeld 4 procent. De huur mag niet hoger zijn dan de huurtoeslaggrens van €699,48. De financiële prognose is dat Woontij zich van 2015 tot 2019 kan handhaven. Het Eigen Vermogen nam af van €34 naar €32,4 miljoen. Voor een aantal projecten zijn bepaalde investeringen gedaan die onrendabel zijn (die zich dus niet vertalen in huuropbrengst). Deze worden in het verslag verantwoord: 't Zouteland (€729.000,-), Kogerhoop (€405.000) en de Hospice (€115.000) op Texel. Het jaarresultaat van Woontij liep terug van €3,975 miljoen in 2013 naar een negatief resultaat van €1,595 miljoen. Dit wordt onder meer veroorzaakt door waardeveranderingen van het onroerend goed, minder verkoop van onroerend goed en toename van onderhoudskosten en overige bedrijfslasten.