‘Historie der Queesters’, over het kweesten op de ‘Noordereilanden van Holland’ uit 1683. Rechts De Waal, met de oude kerk, uit de Brieven van Cuyk, omstreeks 1785.
‘Historie der Queesters’, over het kweesten op de ‘Noordereilanden van Holland’ uit 1683. Rechts De Waal, met de oude kerk, uit de Brieven van Cuyk, omstreeks 1785. Collectie Lodewijk Dros.

't Hille erge an de Wéél

Dominees die een borrel lus­ten, jonge Wéélders die uit kweesten gaan en 'Tessels gebruuk' op de kansel en in de bedstee. Aart van den Brink en Nico en Lodewijk Dros verhalen er over tijdens hun hagepreek op zaterdag 8 augustus in De Waal.

Drie oud-Oosterenders, lang geleden uitgeweken naar Amsterdam, maar die elkaar en het eiland nog regelmatig weten te vinden. Dros, de schrijver en historicus, die in zijn bijdrage zal teruggrijpen naar zijn verhalenbundel ''Langzaam afbouwen op deze planeet''. Aart van de Brink, dichter en muzikaal vertolker van zelfgeschreven poëzie en een archiefspeurder die bijzondere gebeurtenissen uit een ver verleden weet op te diepen. De beste in zijn genre, vindt theoloog en essayist Lodewijk Dros. Ter gelegenheid van 600 jaar Stad verzorgt dit drietal in de tuin van Rebecca onder de titel '''t Hiile erge an de Wéél'' een hagepreek. Daarin onthullen ze hilarische maar waargebeurde geschiedenissen uit De Waal

Weelders willen zo rond 1625 hun predikant kwijt. Aart van den Brink diept verloren gewaande wederwaardigheden op over deze ds. Daniel Co­ninx­velt. Die wil niet deugen. Er gaan geruchten over drank ('de gist opte neus'), pastorale plichtsverzaking en mysterieuze schulden. Met een borrel op vertelt hij mooie verhalen en maakt hij goeie grappen. Hij vergeet nog wel eens zijn status als predikant en praat met iedereen, ook met katholieken, en dat hoort al helemaal niet. Uiteindelijk raakt hij volledig in het ongerede. Koster en schoolmeester Quiering lijkt te azen op zijn positie en wil van hem af. Maar schout Van Neck, die met zijn broer de Zanddijk van Eierland heeft ontworpen en de man van het Skillepaadje, houdt hem de hand boven het hoofd. Waarom? En wat gaat er om in Clara, de vrouw van de verguisde ds. Coninxvelt? Aart onthult het allemaal en zingt er nieuwe liedjes over.

Waar de historische bronnen zwijgen, spreekt Nico Dros. Hij draagt nieuw lyrisch dichtwerk voor over "de vrijerij van jonge kerels en bloeiende meiden/ oftewel: het kweesten en koekelemeien in oude tijden". Nico bezingt de zomerliefde anno 1667 tussen de jeugdige Josef Soeteboom en Nanie Stroe; het paar is bekend uit Nico's nieuwste boek. Daarna kruipt Nico in de huid van ds. Johannes Slaterus die een gepekelde preek afsteekt af tegen het jonge stel.

Rond 1850 had ds. Jacob Huizinga zijn handen vol aan het indammen van de Texelse 'zedeloosheid'. Seks voor het huwelijk was toen meer regel dan uitzondering, 50 tot 60 procent van alle jonge Texelaars deed het, schat Lodewijk Dros. Werd een meisje zwanger, dan liet je haar niet zitten. Texels gebruuk, heette dat: bezwangeren en (net) voor de bevalling trouwen. Uit archiefstudie blijkt dat in die tijd bij 28,9 procent van de huwelijken binnen zes maanden een kindje werd geboren.

Huizinga ging zover dat hij er op een trouwerij een toespraak over hield. De bruidegom zette hem kordaat in een hoek. "Ik wil van dat gezanik niet meer hooren." Toen Huizinga steun zocht bij de moeder, kreeg hij de boodschap zich er niet mee te bemoeien. Gelukkig kreeg hij in De Waal bijval van een jonge collega, Evert Petersen, die al net zo tekeer ging tegen het Texels gebruik, die 'hoererij'. Vanaf de kansel sloeg hij zulke grove taal uit, dat jeugdige kerkgangers de ogen beschroomd neersloegen. De predikanten hadden met hun kruistocht geen succes. Hoe dat komt, vertelt Lodewijk Dros aan de hand van oude dagboeken en nieuw ontdekte brieven uit De Waal.

Ter afsluiting zingen de drie samen het Tessels Halleluja. Lodewijk schreef dit in het Texels, als hommage aan zijn vroeg­overleden vader (en oom van Nico) Sijbrand Dros (1937-'73) uit De Waal.

Kortom, hun hagenpreek is een vrolijke, theatrale vertelling in proza en poëzie met een forse skeut Texelse muziek. Er zijn twee voorstellingen, de eerste begint om 16.00 uur, de tweede om 20.00 uur. De ingang is bij het Groene Wegje in De Waal naast hotel Rebecca, het verzoek is om zoveel mogelijk met de fiets te komen, want de parkeermogelijkheden zijn beperkt.

Afbeelding