Binnen van een van de bunkers in Gerritsland.
Binnen van een van de bunkers in Gerritsland. Foto: Paul Dijkstra

Bunkers in de Dennen

Overal op het eiland zijn nog sporen uit de Tweede Wereldoorlog. Bunkers zijn de meest in het oog springende. Paul Dijkstra, schrijver van het boek Duitse Bunkers op Texel, licht er eentje uit. Dit keer de bunkers in de Dennen.

Deze gemetselde bouwsels dateren uit 1943 en dienden als woonschuilplaatsen voor op Texel gelegerde reserves. De bunkers waren ingericht voor zes manschappen. In de bunker stonden twee stapelbedden, een tafel, zes krukjes, twee kasten en een allesbrander. Het bunkertje had twee ramen voor daglicht en een deur. Vanaf december 1942 was het niet meer de bedoeling van het Duitse leger om dit soort dunwandige 'bunkers' te bouwen. De hele Atlantikwall, waar Texel deel vanuit maakte, moest voorzien worden van bomvrije, betonnen, bunkers.

Waarom bouwde de bezetter alsnog enkele honderden van deze bunkertjes op het eiland? Enerzijds waren dergelijke gemetselde bunkers een goedkope en snelle oplossing om reserves te huisvesten. Doordat deze bouwsels zo simpel te realiseren en vrijwel geschikt voor elk terrein waren, konden ze doeltreffend gepositioneerd worden in de Tyfenzone. Deze zone was gelegen achter het zogeheten Seefront, de plek waar een geallieerd leger aan land zou komen. Aan het Seefront lagen de belangrijkste batterijen, zoals De Hors en Eierland, maar ook de landmachtbatterij bij paal 17. Direct daarachter lag de Tyzenzone met de wooncomplexen voor de reserves.

De eerste reserves die in dergelijke wooncomplexen gelegerd werden waren de Brits-Indiërs, die medio 1943 op het eiland kwamen. Nadat de Brits-Indiërs afgelost waren, kwamen de Kaukasiërs. Al snel werd het complex in de Dennen bij Gerritsland uitgebreid. In totaal werden daar meer dan vijftig bunkers gebouwd. Bij het 'Patatbos', aan de weg naar de Westerslag, bouwde de bezetter nog eens dertig bunkertjes. Bij de oude Nederlandse Batterij Den Hoorn in de Bollekamer werd eenzelfde complex gebouwd.

Langs de hele Nederlandse kust werd eind 1943 opnieuw volop gewerkt aan dunwandige bouwsels. Materiaalgebrek en huisvesting voor de militairen waren de hoofdzakelijke redenen om dit soort bunkers te bouwen. In totaal werden op Texel meer dan 250 van dit soort bunkertjes gebouwd. Tegenwoordig zijn de meeste bunkers aan het oog ontrokken. In de Dennen bij Gerritsland zijn nog ruim vijfenveertig van dit soort bunkertjes te vinden. De bunkers in de Bollekamer zijn ondergewerkt, evenals de meeste bij het 'Patatbos'. Ooit stonden rondom Texla ook ruim vijftig dergelijke bouwwerkjes. Vandaag de dag rest daar niets meer van.

Tekst en foto Paul Dijkstra