Mathijs Deen leest voor uit zijn boek bij Paal 9.
Mathijs Deen leest voor uit zijn boek bij Paal 9. Foto: Jeroen van Hattum

"Eiland uitwijkplaats"

Ruziemaken om wissewasjes? Geen probleem. Maar er tegelijkertijd wel voor elkaar zijn als het erop aankomt. Kenmerkend voor de Waddeneilanden, vertelde schrijver Mathijs Deen zondagmiddag tijdens een lezing in Paal 9.

De schrijver van het boek 'De Wadden, een geschiedenis' was op het eiland in het kader van Texel 600 jaar Stad. Zijn lezing zou aanvankelijk in de open lucht bij de bunker van Loodsmanduin zijn, maar omdat het weer na de regen in de ochtend niet werd vertrouwd, werd uitgeweken naar Paal 9. Deen zette daar aan de hand van zijn boek met verschillende verhalen uiteen hoe de eilanden altijd anders dan het vasteland zijn geweest. Zo verhaalde hij over de doopsgezinden die al vrij snel na de reformatie hun toevlucht zochten op de Waddeneilanden. "Ze zochten plekken waar de schout het minst had te vertellen en waar ze het minst bevreesd hoefden te zijn te worden gedood. Op de eilanden kun je ruziemaken om wissewasjes, maar je werd er niet vervolgd om je ideeën, zeker niet als je je een beetje gedroeg", vertelde Deen. "Wat dat betreft, zijn de eilanden altijd uitwijkplaatsen geweest voor mensen die het elders niet redden." Die tolerante sfeer maakt het volgens Deen tot de dag van vandaag mogelijk dat mensen die de Waddeneilanden bezoeken zichzelf er zo vrij kunnen voelen. Het er voor elkaar zijn, schetste Deen aan de hand van verhalen over de walvisvaart vanaf de eilanden. Familieleden van de zeevarenden konden rekenen op één zekerheid, als iemand onderweg aan boord stierf, werd hij ondanks de vaak maanden durende reis thuisgebracht, zodat hij op het eiland kon worden begraven. Dat was op Texel, maar dat gold ook voor Ameland waar Deen tijdens het schrijven van zijn boek soortgelijke verhalen hoorde. Een daarvan was van een Amelander zeeman die op een zeereis stierf. De kapitein wilde hem overboord zette, maar dat hielden anderen aan boord tegen omdat ze wisten dat ze de Amelander thuis moesten brengen. De man ging gedrenkt in rum in een luchtdichte kist, zodat het lichaam niet ging stinken. "Op de Rede van Texel is het lichaam overgezet op een schip naar Ameland." Deen ging ook in op de bijzondere positie van de vrouwen van zeemannen op de eilanden in vroegere tijden. Zij hadden een hoop te vertellen, omdat zij onder meer huishouden en financiële zaken moesten regelen als manlief maandenlang van huis was. "Een vrouw van een zeeman had veel meer te vertellen dan een vrouw in bijvoorbeeld een boerengezin." Het lange van huis zijn, maakte dat zeemannen en hun vrouwen telkens van elkaar vervreemden, maar ook weer telkens opnieuw verliefd op elkaar konden worden. Dat de onder Friesland vallende Waddeneilanden en Friesland zelf uit verschillende soorten hout zijn gesneden, maakte Deen mooi duidelijk aan de hand van een anekdote over mailverkeer tussen Friesland en Ameland. "Ik hoorde het verhaal dat er vanuit het provinciehuis wel eens berichten in het Fries naar Ameland worden gestuurd en die worden dan teruggestuurd met de mededeling dat het onleesbaar is. Op het provinciehuis hebben ze dan de vraag of ze de post de volgende keer misschien maar beter meteen in het Duits kunnen sturen."