Eis voorwaardelijke

celstraf cokedealer

De officier van justitie heeft vrijdag wegens cocaïnehandel voor de rechtbank in Alkmaar 166 dagen voorwaardelijke celstraf en 160 uur werkstraf geëist tegen een 22-jarige Texelaar. Ook moet de man van het Openbaar Ministerie (OM) een oude voorwaardelijke werkstraf van 20 uur uitdienen en ruim €11.000,- criminele winst terugbetalen aan de staat.

Volgens het OM dreef de man tussen oktober 2011 en december 2013 een lucratief handeltje in drugs. Hij haalde de cocaïne in Den Helder en was in die periode volgens de aanklager "behoorlijk actief" aan het handelen. De aanklager noemde hem "een drugsdealer van formaat" en "een van de vaste dealers" op het eiland. Ingekochte coke werd versneden en met winst aan de man gebracht. Hij leverde aan vaste afnemers en incidentele klanten. In totaal zou hij ruim €25.000,- hebben omgezet met de verkoop.

De man ontkent niet dat hij in de cocaïne heeft gehandeld, maar claimt dat de periode waarin hij dat deed veel korter was dan het OM van mening is. Tegenover de rechtbank benadrukte hij bovendien dat het steeds om relatief kleine hoeveelheden ging. "Ik zag mezelf toen niet als drugsdealer. Ik gebruikte zelf veel en vond het heel normaal dat ik ook wat verkocht. Aanvankelijk haalde ik het op bestelling voor vrienden. Later kocht ik gewoon in en kwam ik er wel vanaf."

Zijn arrestatie in 2013 schudde hem hardhandig wakker, zei hij bij de rechtbank. Over de zestien dagen die hij na zijn aanhouding vast zat zei hij "eens maar nooit weer". Na een periode elders te hebben doorgebracht woont hij inmiddels weer op Texel, bij zijn ouders. Drugs gebruikt hij niet meer. Ook zijn er geen contacten meer met het drugsmilieu. Hij heeft een baan in de horeca en zich daarnaast ingeschreven voor een opleiding.

De aanklager vond in die positieve wending aanleiding geen onvoorwaardelijke celstraf te eisen. Hij benadrukte wel dat de handel in harddrugs onder de zware misdrijven valt en dat één jaar handel in principe goed is voor twee jaar cel, maar liet zich mede leiden door een aanvullende rapportage van de reclassering. Die adviseerde gezien de persoonlijke omstandigheden van dit moment geen gevangenisstraf op te leggen.

De advocate van de Texelaar vroeg de rechtbank de straf te matigen, omdat haar cliënt blijft volhouden dat de periode waarin hij dealde korter was dan het OM veronderstelt. Ook vond ze de ontnemingsvordering te hoog. Volgens haar maakte de Texelaar minder dan €10.000,- winst met zijn handel.

De rechtbank doet 19 juni uitspraak.