Kauwgomballenboom

In de tuin is het spitsuur, het onkruid rukt op, paardenbloemen springen als paddenstoelen uit de grond. Ik heb fruitbomen gekocht voor in de groentetuin. De buurjongens zijn nieuwsgierig en klimmen regelmatig over de schutting. Heel voorzichtig op de laarzen langs het aardbeienbed. "Wat doet u?", en "Wat is dat?", zijn veel gestelde vragen. Ze vinden het leuk te zien dat er dingen groeien. "Dit zijn fruitbomen, er komen straks appels en peren aan, de bloemetjes worden vruchtjes". Souwtje, de hond, doet me graag na en graaft grote gaten. Als ik de volgende dag ga watergeven, komt hij uit de hoek met een grote modderige puntzak. Onderin zitten nog een stel gekleurde plakkerige kauwgomballen. Hij loopt te likken en te slikken, en ik heb zo'n vaag vermoeden. Als ik later met een bakkie in de stoel zit, hoor ik roepen; "Het is weg, waar is het nou? Waar had je ze nou begraven?" "Zoeken jullie dit?", hou de rest van de puntzak omhoog. De jongens knikken beteuterd en rennen weg. "Verdikke Souwtje, volgens mij heb je de geheime graafplaats van de mannen gevonden." Even later komt vader lachend over de schutting. "Ze dachten zeker dat er een boom van kauwgomballen kon gaan groeien, ha, ha." We moeten allebei lachen. Na wat doorvragen hadden de mannen wat spaarcentjes bij Koot ingeruild voor lekker snoep. Ja die moeten op een geheime plek natuurlijk, je weet maar nooit wat er gaat groeien in zo'n groentetuin met zaden, radijzen en bomen. Niets is veilig voor de jonge speurneus. Ook de stiekeme snoepzak niet. Ik heb er een beetje de pest in en loop naar de vriezer. "Lusten jullie een perenijsje?" ''Ja, ja'', roepen ze in koor. Zes mannen sterk lopen even later lekker te likken en te slikken. Ik moet denken aan mijn eigen jeugd, we woonden naast de poelier, die ook Ola ijsjes verkocht. Aag, de buurvrouw, dook voorover in de vriezer als we op de kaart het ijsje aanwezen dat we wilden hebben. Een hoop schooljeugd stopte met de fiets om nog een dubbellikker of een raket te verschalken en mee te nemen op de fiets naar huis. Voor mij was er altijd een favoriet, een puntbakje met heerlijk vanille-ijs. Als je hem op had zat er onderin nog een toverkauwgombal. De toverbal kleurde van blauw naar rood en geel, ik was er gek op. Ja, de goeie oude tijd: dauwtrappen met mijn vader op Hemelvaart, als de hele familie nog sliep er stiekem samen op uit trekken. Hij wees me op de hazen in het land, de konijnen in de duinen, de pinksterbloemen in de slootkant, en de blauwe hyacinten in het bos. Het waren de gekleurde toverballen in het jeugdige bestaan. Het was de tijd van Elllie & Rikkert, u kent vast het liedje wel, in de tuin van mijn oom staat een hele grote boom... Misschien een idee om donderdag met het span erop uit te gaan en te zoeken in de vroegte naar die Kauwgomballenboom. Wie weet.

Jozien

"