En de leeuwerik zong

De zwaluw is terug. De specht tikt als een timmerman de hoge bomen. De leeuwerik boven de landerijen. Ik kan er van genieten en het boezemt vertrouwen in. De natuur die ontluikt, de vogels die ons eiland weer weten te vinden. Het is mei, wat er ook gebeurt, dit perpetuum mobile zorgt voor rust in ons bestaan. "En de leeuwerik zong", is de titel van een mooi persoonlijk boekje geschreven door Elisabeth Smid-de Graaf. Over een jong meisje dat vertelt hoe de Russenoorlog haar leven totaal veranderde. In de nacht van 5 op 6 april ontketende zich de opstand van de Georgiërs. Texelaars letterlijk en figuurlijk tussen twee vuren in, 117 onschuldige burgers overleefden de opstand niet. Elisabeth verteld hoe haar liefdevolle zonnige jeugd veranderd in een zwarte akelige periode. Zij en haar drie zusjes genietend van de eenvoud in het boerenbestaan in en om Bouwlust en De Cocksdorp, komen in een slagveld vol munitie, ellende en verdriet terecht. Waar in heel Nederland het tuig de aftocht blaast, wordt in veilige gezinnen de brand, de hel voor ogen gezien. Boerderijen in brand gestoken. De vader en moeder worden geraakt door de granaatscherven, vader in de buik, en moeder - zeven maanden zwanger - in de schouder. De meisjes worden wees en opgenomen in het huis van timmerman Hannes en zijn vrouw Agaath. Een mooi maar moeilijk gegeven, er was niets na de oorlog, en om in ene vier monden erbij te voeden en de overgang te maken naar een groot gezin met al zijn wederwaardigheden en het trauma in de rugzak is bijna een onmogelijke opgaaf. Toch is het gelukt, niet zonder kleerscheuren, nee.Maar Elisabeth wordt verpleegkundige in Friesland en de andere meisjes vinden ook hun weg. Het toeval wil dat ik als verpleegkundige werkzaam in het vroegere St Jan bij de nonnen, de adoptiemoeder, Agaath, voor mij tante Agaath, goed heb gekend. Een tengere vrouw, die in de eerste ontmoeting wat nors overkwam, maar later vertelde van timmerman "Ome Hannes" en hun bestaan. Er zijn veel kinderen afgestaan in de oorlog, ouders die op deportatie werden gezet, lieten hun vlees en bloed achter in gastgezinnen, hopende ze na de oorlog weer gezond terug te zien. Veel jongen hebben veel te vroeg hun nest verlaten en moesten op zoek naar een nieuwe veilige plek waar een nieuwe "moeder" voor hun moest zorgen. Goddank zijn die moeders er geweest, kwam er weer voedsel aangevlogen om de hongerige bekkies te voeden. En kwam er weer hoop en vertrouwen in de toekomst. Zondag 10 mei is het Moederdag, een mooie gelegenheid om de "nieuwe moeders", de vrouwen die zelf geen kinderen kregen, maar wel open armen hadden en liefde koesterden, voor wat hen in de schoot werd geworpen, te eren. Zij waren en zijn de vleugels van de zwaluw, het bouwen van de specht, en het zingen van de leeuwerik.

Jozien