Burgemeester Francine Giskes en Lodewijk Dros leggen een krans.
Burgemeester Francine Giskes en Lodewijk Dros leggen een krans. Foto: Job Schepers

"Begrip slachtoffer verliest betekenis"

Drie Russen hadden Fijtje en Lo Bremer uit Oosterend in huis in 1945 tijdens de Georgische Opstand. Verborgen voor de Duitse bezetter, in de wetenschap dat standrechtelijke executie zou volgen als de soldaten zouden worden ontdekt.

Fijtje en Lo Bremer waren de opa en oma van Lodewijk Dros. Hun verhaal stond centraal in de lezing die Dros maandagavond 4 mei tijdens de herdenkingsdienst in de Burghtkerk in Den Burg hield. Ilja, Tsjitsjiko en Walodìa waren de namen van de drie soldaten. Er werd ook nog gekookt voor een handvol andere Georgische soldaten. Hoewel ze het uniform van het Duitse leger droegen, werden de Georgiërs volledig vertrouwd. Aan de hand van de verzetsdaad van zijn grootouders legde Dros een verbinding naar de veranderende beeldvorming over partijen in de Tweede Wereldoorlog door de jaren heen. Zo werden de Georgiërs soldaten wisselend beschouwd van "medestrijders tegen de moffen" tot "stalinisten" en "opportunisten met Texels bloed aan hun handen." Het veranderende beeld van de Russenoorlog hinderde volgens Dros zijn grootvader. De geschiedenis werd er geen recht mee gedaan. Zijn grootvader worstelde volgens Dros na de oorlog ook met de onmogelijkheid zijn houding ten opzichte van de Duitse bezetter te veranderen. "Hij wilde, goed gereformeerd als hij was, zo graag voldoen aan het gebod om 'uw vijand lief te hebben', maar het ging niet." Het verlangen dat toch anders te doen, was echter niet aangetast. Bremer vertelde kleinzoon Lodewijk op een dag hoe hij Duitse badgasten die hem de weg vroegen de andere kant op had gewezen. Daarna kreeg Dros met een stem die geen tegenspraak duldde van zijn opa te horen dat hij van hem echter "wat aars" verwachtte. "Zo gaf hij mij de opdracht te doen wat hij niet kon, maar dolgraag wilde: de Duitsers niet meer als vijand zien, maar vergeven." De Duitsers zijn volgens Dros de zwarte periode uit hun geschiedenis goed onder ogen gaan zien. "Ik merk het aan mijn Duitse vrienden, zij weten haarscherp wat slachtoffers en daders zijn." Vanuit die optiek pleitte Dros ervoor de jaarlijkse herdenking van de oorlog in Nederland te herijken en de begrippen 'goed en fout' en 'dader slachtoffer' opnieuw op hun waarde te beoordelen. "Bij ons is dat besef weggezakt. Het begrip slachtoffer is zo opgerekt dat het zijn betekenis heeft verloren. Dan wordt herdenken leeg." Hij herinnerde aan het bezoek dat de voormalige Georgische president Micheil Saakasjvili in 2005 aan de Georgische begraafplaats bracht. Hij noemde toen iedereen slachtoffer van de oorlog en dat deed volgens Dros geen recht aan helden zoals zijn grootouders. "Goed was niet meer goed en fout niet meer fout, iedereen werd over één kam geschoren. Funest voor de toekomst van het herdenken." Volgens Dros laat het zich raden hoe zijn grootvader over de opmerking van Saakasjvili zou hebben gedacht.

Tijdens de bijeenkomst in de vol zittende kerk werden verder gedichten voorgedragen door Hannah van Sambeek, Jackie Witte en Annabel Fransen van de Jozefschool en Eunice Kikkert en Falco Veenstra van de OSG. Colette Nierop en Emilie Bastens speelden harp. Na de herdenking werden kransen gelegd op de Algemene Begraafplaats aan de Kogerstraat in Den Burg. Dros legde samen met burgemeester Francine Giskes een krans ter nagedachtenis. De volledige toespraken van Dros, Giskes en de gedichten zijn terug te lezen op www.texel.nl.