Een akker cranberries van Alfons Kuip en Petra Brans in De Westen.
Een akker cranberries van Alfons Kuip en Petra Brans in De Westen. Foto: Gerard Timmerman

Cranberry: pionieren met vallen en opstaan

Alle begin is moeilijk, met de biologische teelt van cranberries is het niet anders. Toen Benno Bakker en Jan Buijs, opererend onder de naam CrannTex, samen met cranberrykwekerij BeSNederLand uit Dalfsen twee jaar geleden zo'n 45.000 struikjes pootten op terrein van Staatsbosbeheer aan de Rozendijk, waren de verwachtingen hoog gespannen. Binnen drie jaar zouden de struiken volop bessen gaan leveren, bedoeling was om stapsgewijs snel door te groeien naar tien hectare. Vraag voldoende, uit onderzoek blijkt dat er zelfs vraag is naar 700 hectare. De heilzame besjes worden nu vooral vanuit Canada geïmporteerd. Cranberries houden van vocht en aan de binnenduinrand zit voldoende water in de bodem. 'We hebben bodemonderzoek gedaan en dat was allemaal goed', vertelt Bakker. Maar twee jaar later moet je zelfs geknield goed kijken om tussen gras en ander 'onkruid' nog iets terug te vinden van de plantjes. Bakker draait er niet omheen: ''We hebben fouten gemaakt'', doelt hij onder meer op het versmeren van de grond bij de aanplant. Ook het gras dat de struiken later overwoekerde bleek, ondanks een grazend koppel schapen, niet te beheersen. ''Achteraf moet je concluderen dat twee hectare teveel was om mee te starten. We beginnen daarom deze nieuwe pilot van een halve hectare'', wijst hij op de omgeploegde akker waar met met hulp van vrienden en bekenden duizenden jonge cranberrystruiken worden gepoot. Om te voorkomen dat ze opnieuw door onkruid worden overwoekerd, wordt er een dikke laag hennepvezel over het perceel gereden. Dat vormt een dichte koek, die ervoor moet zorgen dat er geen licht in de grond tussen de planten doordringt. Er wordt flink geïnvesteerd, maar de kosten gaan voor de baten uit. Als cranberries eenmaal zijn aangeslagen, kunnen ze wel dertig jaar vruchten produceren. Een kleinere akker bij de Bonte Belevenis doet het beter, daar kan dit jaar worden geoogst. Maar een proef bij hoeve Plas en Daal is ook niet aangeslagen. Bakker en Buijs weten zich gesteund door SBB, waarmee wordt samengewerkt, en het Waddenfonds, dat financieel bijdraagt aan het project.

Verderop telen Alfons Kuip en Petra Brans cranberry zonder subsidie. Alfons: ''De teelt is voor ons een uitdaging.'' Wel eentje waarvan ze hopen dat die uitgroeit tot een extra poot onder hun bloembollen- en akkerbouwbedrijf. 'Twee jaar geleden hebben we een kleiner perceel geplant. Die zijn goed aangeslagen.'' Het perceel ligt er mooi bij, grote planten die het veld nagenoeg dicht hebben en waarin nog maar weinig onkruid staat. Daarnaast een grotere akker die anderhalf jaar geleden is geplant. Ook dit ziet er veelbelovend uit, al zijn de planten nog een stuk kleiner en staat er het nodige onkruid tussen. ''Cranberryteelt vraagt zure, arme en vochtige grond en is arbeidsintensief. We hebben hier al honderden uren in gewied en er moet ook nog onkruid uit worden geplukt. Als je dat niet doet, worden de planten overwoekerd en kun je het wel vergeten. We hebben nu tweederde hectare en we willen doorgroeien naar een bunder.'' Langs de Maaikeduinweg heeft CranTex vorige week voor Adrie en Ineke Vonk een half bunder cranberry geplant.