Afbeelding
Foto: Job Schepers

Examens

Naast mij zit een jongen die ik al ken sinds de basisschool. Hij tikt me aan en zegt: "Weet jij nog wat je zei toen wij hoorden dat we ingedeeld werden in de brugklas van havo/vwo?" Lachend kijk ik hem aan. "Nee", zeg ik, "dat zou ik echt niet meer weten." Ook hij begint te lachen. "Je hebt de hele dag gezegd: ik ben echt een nerd." We lachten samen. Ik was vergeten dat ik dat ooit gezegd heb. Nerd. Later die dag heb ik nog het woord in het woordenboek opgezocht voor de volledige omschrijving: nerd: iemand die graag leert, computert e.d., maar achterblijft op het sociale, emotionele en motorische vlak. Goh, 'positieve' omschrijving van mezelf had ik in groep acht. Nu, zeven jaar later, zitten de jongen en ik weer naast elkaar bij een examentraining. Zeven jaar verder, maar toch nog een beetje nerd. Over een ruime week eindexamen. Geluksvogels zijn we. De trainingen zijn ons laatste hulpmiddel voor de grande-finale. Gelukkig konden we tijdens deze training ook nog een beetje lachen, want zoals gewoonlijk gingen er dingen mis. De training kregen wij in een leeg schoolgebouw in Den Helder met een verwarming die uit stond. Een groot, kaal schoolgebouw kan eind april nog behoorlijk koud zijn. Dus tot de middag zaten wij met blauwe lippen en jassen aan naar onze student te luisteren. Maar gelukkig, er zou koffie en thee aanwezig zijn in de pauzes. Het werd ons zelfs nog nadrukkelijk gemaild: "Lunch mogen jullie zelf meenemen, maar wij hebben koffie en thee. En vergeet je pen niet." Grappig eigenlijk, lunch 'mogen' we zelf meenemen. De kantine zou gesloten zijn, dus eigenlijk was 'mogen' een beetje misplaatst. Of misschien doelden ze op de mensen die liever een broodje uit de tas van de buurman pikken dan zelf lunch meenemen. Lunch was dus optioneel, maar koffie en thee, dat zou er zijn. Alleen er was toch even iets misgegaan. Geen koffie en thee. En een pen kregen we wel. Goed geregeld. Nu hebben we de laatste examentrainingen gehad, ons rest alleen nog het examen. De nerd kan zich gaan bewijzen.

Katja Schraag