Bij een Duitse poging Oudeschild op de Georgiërs te heroveren, vloog hotel-café Havenzicht in brand. Texelaar P. Dogger en een Duitse soldaat kwamen om in de vlammen.
Bij een Duitse poging Oudeschild op de Georgiërs te heroveren, vloog hotel-café Havenzicht in brand. Texelaar P. Dogger en een Duitse soldaat kwamen om in de vlammen. Foto: Archief LOMT

Van ongeschonden eiland tot Europa's laatste slagveld

Bijna vijf jaar lang leek Texel vrijwel ongeschonden uit de Tweede Wereldoorlog te komen. De Opstand der Georgiërs leidde echter een even bloedige als verwoestende strijd in, waarbij het eiland in 'Europa's laatste slagveld' veranderde en vooral Den Burg en Eierland zwaar werden getroffen. De organisatoren van de herdenkingsactiviteiten op 20 mei staan hierbij stil door op diverse locaties grote historische foto's te plaatsen.

Niet veel langer dan twintig minuten duurde het bombardement op Den Burg op 6 april 1945, maar de gevolgen waren verschrikkelijk. Schietend vanaf de Noordbatterij, De Mok, Loodsmansduin en vanuit Den Helder richtten de Duitsers hun geschut op de hervormde kerk. Die raakte zwaar beschadigd, evenals tientallen huizen in de directe omgeving. Een groot aantal burgers werd getroffen door een granaat of raakte bedolven onder vallend puin. In totaal kwamen 89 Texelaars om het leven.

Onder hen Wiep Ruiter, lid van de Rhythm Islanders, een band die in de oorlog grote bekendheid op het eiland genoot. Ruiter was een van de circa 800 Texelse dwangarbeiders die bij een razzia in november 1944 werden opgepakt en in de omgeving van Assen tanksleuven moesten graven. Om het harde leven er te veraangenamen, trad Ruiter op voor zijn eilandgenoten. Bijna een half jaar later, rond 1 april, keerde hij terug naar het eiland. Vijf dagen later was Ruiter dood. Hij overleed toen een bom de bakkerij waar hij werkte trof. Ook zijn werkgever, C. Moojen, liet het leven. De bakkerij was gevestigd op het adres Weverstraat 90, nu de winkel van bakker Timmer. Ook zes leden van het gezin Moerbeek kwamen om, evenals de tienjarige Martha Lap uit Amsterdam, die bij hen in huis was opgenomen om aan te sterken.

Veel Georgische opstandelingen trokken zich na het bombardement terug in De Waal. Reden voor de Duitsers ook dit dorp onder vuur te nemen. Terwijl bewoners door de weilanden een veilig heenkomen zochten, raakten vele huizen beschadigd. De kerk ging in vlammen op. De kerkklok bleef gespaard, gevolg van een heldendaad van Redmer IJska. Toen de bronzen klokken in 1940 op last van de Duitsers moesten worden ingeleverd om te worden omgesmolten tot kanonnen, zorgde verzetsman IJska ervoor dat de klok van De Waal werd verstopt. IJska was de smid van het dorp. Samen met vijf andere Texelaars kwam hij tijdens de watersnoodramp van 1953 om bij een poging polder De Eendracht voor het wassende water te behoeden. Als eerbetoon werd de lagere school van De Waal naar hem vernoemd.

De Cocksdorp werd meerdere malen bestookt, na een drijfjacht op de Georgische soldaten door polder Eierland zelfs twee weken na het uitbreken van de opstand nog. Bij een van de laatste bombardementen belandden de woningen van Germen ten Brugge, Willem van den Hoek en Jildert Zuidema aan de Achterweg (nu Langeveldstraat) in de vuurlinie. Ook de werkplaats van timmerman Hein Daalder moest het ontgelden.

Een prominent slachtoffer was verzetsman Arie 'Knot' Boon. Om uit handen van de Duitsers te blijven dook hij meermalen onder, eenmaal samen met dominee Papineau Salm in een kast op hoeve Buitenzorg. Boon verdween op 18 april. Ruim twee maanden later, op 20 juni, vonden leden van de Binnenlandse Strijdkrachten zijn stoffelijk overschot in de duinen. Hij bleek met een mes vermoord. Boon werd op de erebegraafplaats van Loenen begraven.

(Met dank aan Gelein Jansen en Wim Mets)

Joop Rommets

Canadese legervoertuigen draaien vanaf de Weverstraat de Parkstraat in Den Burg in. Op de achtergrond het Wehrmachtsheim, tegenwoordig de apotheek. Het huis ernaast werd niet herbouwd.
Veel bewoners van Eierland die hun huis hadden verloren, vonden na 12 april onderdak op hoeve Rotterdam. Op 21 april werd deze boerderij zelf in brand geschoten.
De kerk van De Waal werd tijdens de opstand zo zwaar getroffen, dat deze na de oorlog moest worden gesloopt en herbouwd.
De vuurtoren van Eierland was het laatste bolwerk van de Georgische opstandelingen. Om hen te verdrijven, bestookten de Duitsers het baken langdurig met granaten.
Bij een bombardement op De Cocksdorp belandden drie woningen aan de Achterweg (nu Langeveldstraat) in de vuurlinie.
De Nieuwstraat (nu Burgwal) veranderde tijdens het bombardement in een ravage. Getroffen gebouwen waren onder meer de openbare school, de woning van de bovenmeester en het Texels Museum van meester Kraai.
De Parkstraat was een van de zwaarst getroffen gedeeltes van Den Burg. Het eeuwenoude weeshuis moest worden afgebroken. Op deze plaats verrees het postkantoor. Ook de drukkerij van Langeveld en de Rooy (links) werd geraakt.
Hoeve Blandenberg was een van de vele boerderijen in Eierland die werden bestookt. Bewoner Albert Dros hield een verslag van de gebeurtenissen bij, later gepubliceerd onder de naam ‘Geweld en Vuur over de Eierlandse polder’.
De werkplaats van timmerman Hein Daalder aan de Achterweg (nu Langeveldstraat) was een van de getroffen gebouwen in De Cocksdorp.
In wat nu het restaurant van camping De Robbenjager bij De Cocksdorp is en in een bunker ertegenover waren Duitse manschappen gehuisvest. Ook deze raakten in de laatste oorlogsweken zwaar beschadigd.
Terwijl Texel zich opmaakte voor het binnenhalen van de bevrijders, ontplofte in de Kogerstraat op 18 mei een munitiewagen. Acht huizen veranderden in een ruïne, als door een wonder vielen geen dodelijke slachtoffers. Wraaklustige Duitsers hadden de wagen eigenlijk in het centrum willen laten ontploffen.