Ridderinkhof niet

terug naar het NIOZ

Herman Ridderinkhof keert definitief niet meer terug naar het NIOZ. Dat was al snel duidelijk tijdens de rechtszaak vrijdagmiddag over de ontslagaanvraag van de op non actief gestelde adjunct directeur. Vraag is alleen nog op welke hoogte de rechter de ontslagvergoeding vaststelt.

Ridderinkhof enerzijds en directeur Henk Brinkhuis en bestuursvoorzitter Harry Baayen anderzijds troffen elkaar voor de derde keer in de rechtbank in Alkmaar. Tweemaal eerder nadat de in ongenade gevallen adjunct zijn schorsing had aangevochten. Ondanks dat de Hoornder beide zaken had gewonnen en via de rechter het NIOZ torenhoge dwangsommen had afgedwongen, zijn de verhoudingen dermate gebrouilleerd dat hij - na tussenkomst van advocaten - toch niet aan het werk was geraakt in de aanloop naar de derde rechtszaak. Die leek op losse schroeven te staan nadat de Ondernemingsraad vorige week in een brief op poten het adviesrecht over het ontslag had opgeëist. Maar na overleg met directie en bestuur werd die brief ter elfder ure weer ingetrokken, een kwestie waarover binnen de OR overigens diepe verdeeldheid bestaat. Na de twee verloren zaken was het NIOZ voor deze derde rechtszaak van advocatenbureau gewisseld. Nu werd het woord gevoerd door mr. M. de Witte, die de degens verbaal kruiste met mr. M. W. Koole, raadsman van Ridderinkhof. Dat de laatste veel medestanders op het NIOZ heeft, bleek uit de tientallen (oud-)medewerkers die naar Alkmaar waren gekomen. Zelfs zóveel dat de rechter naar een grote zaal had moeten uitwijken. Volgens mr. Koole zouden nog veel meer NIOZ'ers adhesie hebben betuigd. ''Er heerst momenteel een angstcultuur. Mensen zijn niet bereid hun baan op de tocht te zetten, met het oog op de reorganisatie die gaat komen.'' Degenen die wel waren gekomen waren en de hoop koesterden dat in de rechtbank de onderliggende oorzaak van het conflict zou worden blootgelegd, kwamen van een koude kermis thuis. Het ging niet over hoe het zeegaande onderzoek door het NIOZ volgens Ridderinkhof en zijn medestanders steeds verder wordt overvleugeld door de groep organische biogeochemie, de gevolgen daarvan en de vermeende interne machtsstrijd. Vrijdag deed mr. De Witte er alles aan om Ridderinkhof neer te zetten als een adjunct die in een periode waarin het NIOZ door een diepe financiële crisis ging, in feite failliet was, niet de benodigde samenwerking met MT, directie en bestuur zocht en zich niet constructief opstelde om de noodsituatie het hoofd te bieden, maar die op voorhand 'breekpunten' opwierp als het niet zou gaan zoals hij wenste. Maar volgens mr. Koole was niet zijn cliënt, maar algemeen directeur Brinkhuis tekort geschoten en had Ridderinkof juist stappen gezet om het NIOZ van de ondergang te redden en daarvoor zijn nek uitgestoken. De rechter vroeg hoe de adjunct in vredesnaam een vruchtbare discussie binnen de NIOZ top over de toekomst van het instituut had willen voeren, nadat hij het MT met zijn scherpe toespraak eerst tegen zich in het harnas had gejaagd. Maar volgens Ridderinkhof had dit een paar dagen later evengoed gekund. Koole: ''Herman is ver gegaan, maar niet te ver.'' Uitspraak 13 mei.