Amsterdams oorlogskind vertelt

In deel drie lazen we hoe Amsterdammertje Salomon zijn draai begon te vinden bij oom Coor en tante Nada op Modestia. In deel vier lezen we hoe het verder gaat.

Heerlijk eten, een heerlijk bedje en een warme stal, wat wil je als kind nog meer? We kwamen ook te weten, dat de twee kinderen op boerderij Holland twee Joodse meisjes waren. Wat geweldig van die mensen om dat risico te nemen. Texelaars waren toen zeer godvruchtige mensen. Martien en ik hebben ons wel eens afgevraagd: waarom? We waren natuurlijk nog erg jong, maar ondanks dat beseften we dat wij ons leven aan hen te danken hadden. Op een dag (8 april) sloeg het noodlot toe. Het was al zo'n vreemde dag, een beetje een dag waarop je zegt: 'er hangt wat in de lucht'. Martien en ik waren naar de kerk geweest in De Cocksdorp. We spoedden ons naar Modestia, waar tante Nada al op ons stond te wachten. 'Gelukkig zijn jullie daar.' 'Is er dan wat?', vroegen we. 'Ja, er is oorlog.' 'Oorlog?' 'Ja, de Georgiërs zijn met de Duitsers aan het vechten.' Er waren op Texel Russen in dienst van het Duitse leger, die uit Georgië kwamen. Om de een of andere reden waren die (op 6 april) in opstand gekomen tegen de Duitsers. Er werd heel veel geschoten. Martien en ik dachten eerst aan een oefening, maar wij waren midden in een verschrikkelijke oorlog terecht gekomen. Gevlucht vanuit Amsterdam door honger en ellende en nu terecht gekomen in iets waarvan de ellende nog niet te overzien was. Oom Co en tante Nada hadden het goed begrepen. We moesten binnen blijven. Dit was echter nog maar het begin, deze oorlog zou snel heel bloedig verlopen. Tot mijn grote schrik hoorden we overal harde knallen van het geschut. Modestia lag ten noorden van het vliegveld (De Vlijt) en was de eerste boerderij vanaf dat vliegveld. De oorlog tussen de Duitsers en de Georgiërs was (in het bunkercomplex) op het vliegveld begonnen. Niets en niemand werd gespaard. Toen ik op 8 april naar zolder liep om door het dakraam te kijken, zag ik in de verte bij De Cocksdorp een brandende boerderij! De schrik sloeg me om het hart, dat was de boerderij waar mijn zusje Emmie in huis was. Nee toch! Al spoedig daarna bereikte ons het bericht dat de boerderij helemaal in de as was gelegd, maar dat de mensen hadden kunnen vluchten. Mijn zusje was in veiligheid! Dit was nog slechts het begin. Overal waar je kwam stonk het naar brand. Het was net of heel Texel in brand stond. Overal liepen groepjes zwaar bewapende soldaten. Op het vliegveld was een groot bloedbad aangericht. Onze boerderij stond daar een paar honderd meter vandaan. De Duitsers hadden op het erf achter de boerderij een geschutstelling gemaakt, gericht op het vliegveld. Dag en nacht werd het vliegveld beschoten, omdat het in Georgische handen was.