Achtermast 'Anneliese' naar Flora

De achtermast van de in 1990 gestrande kustvaarder 'Anneliese' staat sinds deze week op het terrein van Schipbreuk-en Juttersmuseum Flora.

Op 27 februari 1990 tijdens erg ruig weer raakte het schip, op weg naar Schotland, en geladen met 700 ton potas, een mengsel van zouten, om even voor 13.00 uur bij paal 18 aan de grond. De 'Anneliese' had een Duitse eigenaar, en stond geregistreerd op het Caribische eiland Saint Vincent. Het was in 1952 in Nederland gebouwd. Het einde van het schip werd ingeluid met een zware noordwesterstorm, waarin de ruiten op de brug door overkomende golven kapotsloegen. De bemanning sloeg alarm en werd, zo'n vijftig mijl ten westen van Texel met een marinehelikopter van boord gehaald. Het schip dreef langzaam naar de Texelse kust en strandde op een zandbank bij Paal 18. Een paar weken later werd het schip, dat na de stranding meteen door Rijkswaterstaat onder de wrakkenwet werd geplaatst, gesloopt. De achtermast van de 'Anneliese' was sindsdien in eigendom van Maarten Boon uit De Cocksdorp die de mast op zijn erf had staan. Omdat Boon ruimte wil maken, is de mast aan Flora geschonken alwaar 'ie nu een mooie plaats op het buitenterrein heeft. Ook de bel van de Anneliese is in het juttersmuseum, zo werd in 2014 bekend. Na de stranding verdween de bel van het zwaarbewaakte en gestrande schip. De dader bleek niemand minder dan jutter, en jarenlang het gezicht van Flora, Jan Uitgeest hem zelf. De bel hing al jaren aan de bar bij het museum aan de Pontweg.