Wekenlang geen idee over lot tien mannen

Om zeven uur 's ochtends stonden er een Texelaar en een Georgiër aan de deur bij Johan Duinker in de Parkstraat. Of hij meeging naar het gemeentehuis. Het was 6 april 1945, een paar uur na het uitbreken van de Georgische Opstand.

Wim Duinker, zoon van Johan Duinker, vertelde maandag bij de herdenking van de Georgische Opstand in een persoonlijk relaas dat zijn moeder die ochtend grote twijfels had. Haar man werd gevraagd om de Binnenlandse Strijdkrachten te helpen en ze had volgens Wim Duinker haar twijfels over de kwaliteit daarvan. Johan Duinker, samen met zijn broer Gijs uitgever van de Texelse Courant, ging toch en het was de laatste keer dat de familie hem zag. 'Mijn vader werd door de BS om verschillende boodschappen gestuurd en bij één daarvan kwam hij in een deel van Den Burg dat toch nog in Duitse handen was. Hij werd opgepakt en samen met andere mannen naar de Mok gebracht.' Daar werd Johan Duinker later die dag samen met Pieter Keijzer, Willem Keijzer, Gerrit Broekman, Joseph Oremus, Andries Pen, Herman Pen, Peter Ruimers, Cornelis Witte en Jan Witte door de Duitsers als represaille voor de muiterij van de Georgische soldaten doodgeschoten. Theo van Heerwaarden, Cor Kievits, Wim Mulder en W.L. Bakker ontliepen de executie door uit de wagen te springen die de mannen naar de Mok bracht. Kievits was maandag ook bij de herdenking aanwezig. Volgens Wim Duinker was het na 6 april voor de families meer dan zes weken onduidelijk wat er met de tien mannen was gebeurd. 'Zij zouden in Amstelveen vastzitten, dus er was nog hoop.' Die hoop werd op 22 mei - twee dagen na het einde van de Georgische Opstand - de grond in geboord. De Duitsers hadden de tien Texelaars op de waterlijn begraven, maar een medewerker van TESO had onthouden waar het was, waardoor ze teruggevonden werden. Naast Duinker voerden ook luitenant-kolonel Franks Boots, commandant van de Mok, burgemeester Francine Giskes en aalmoezenier Frank Kamp van de krijgsmacht het woord. Boots bracht in herinnering hoeveel pijn en verdriet de executie van 6 april 1945 teweeg had gebracht. Duinker: 'Mijn oom Gijs Duinker raakte bij de beschieting van Den Burg op 6 april 1945 zwaargewond en overleed op 16 mei. Daardoor werd Langeveld en De Rooy berooid van zijn twee firmanten. Dankzij steun van familie, vrienden en het personeel is het mijn moeder en tante gelukt het bedrijf in de eerste jaren na de oorlog voort te zetten.'