Toon de Haas (midden) tijdens de opening van zijn expositie in 't Drijverhuus vorig jaar met zijn kleinkinderen Martje en Toon.
Toon de Haas (midden) tijdens de opening van zijn expositie in 't Drijverhuus vorig jaar met zijn kleinkinderen Martje en Toon. Foto: Archief Texelse Courant

Romanticus met liefde voor cultuurlandschap

Toon de Haas was enig kind, zijn vader was boer in Oosterend, maar hij had al snel in de gaten dat het boerenbedrijf niets voor hem was. Toen hij in de twintig was verhuisde hij naar Amsterdam, waar hij bij de post ging werken. Hij kon goed overweg met pen en penseel en gaandeweg ontwikkelde hij zich tot zelfstandige kunstenaar. Later verhuisde hij naar Amstelveen, waar hij alweer een jaar of veertig woonde.

Maar de heimwee naar Texel sprak uit zijn schilderijen. 'Door afstand te nemen, zie je het anders', zei hij daarover. Tuunwallen, hekjes, paadjes, boeten, steeds tegen een Texels decor, hij schilderde er in zijn leven heel wat aquarellen en olieverfschilderijen van. Het boek 'Weg van Texel' staat vol met dat soort schilderijen, een uitgave die bij menig Texelaar op de plank staat. Hij keerde ook regelmatig terug naar zijn geboorte-eiland en gaf zijn ogen goed de kost, om de indrukken in zijn atelier in Amstelveen op doek uit te werken. Ook kwam hij naar Texel om één van zijn vele exposities te openen, in Tusse de Banke, de Hollebol, bij Klif Art en vorig jaar nog in 't Drijverhuus in Den Hoorn. Herman Bakker van Klif Art is al jaren zijn agent op Texel, daarvoor verzorgde Galerie Langwaal zijn exposities. Bakker zei ooit De Haas te rekenen tot de 'Grote Drie' van Texel, waarmee hij hem in het rijtje van Blok van der Velden en Bakels schaarde, al mochten het er volgens Bakker ook wel een paar meer zijn. Zijn stijl, onder meer met het bijzondere perspectief, maakt zijn werk herkenbaar, bijzonder en geliefd.

Toon de Haas schilderde niet alleen landschappen, ook maakte hij veel portretten. Van Texelaars, van wie hij ook al op jonge leeftijd tekeningen maakte en die een fraai tijdsbeeld vormen. In de jaren tachtig schilderde hij veel portretten in de drukkerij van Brügemann. Ook schilderde hij veel mensen uit Amstelveen, onder wie veel welgestelden. Ook daar is hij geliefd en ontving er zelfs een koninklijke onderscheiding. Geliefd zijn ook zijn bloemstillevens, kleurige bloem- en andere taferelen en studio-interieurs. Blauw was zijn lievelingskleur, wat niet alleen tot uiting kwam in zijn schilderijen, ook kleedde hij zich bij voorkeur in die kleur en zelfs zijn tuinhekje was blauw. Hij schilderde op klein formaat, maar net zo makkelijk royale schilderijen van anderhalf bij twee meter, zoals die in de raadzaal van het Texelse gemeentehuis.

Niet alleen een begenadigd schilder, ook een man die prachtig kon vertellen. Hij zat vol verhalen over zijn jeugd en allerlei Oosterender geslachten, zoals de familie Eelman, Dros, Brands en Van der Vis. Ook een markante kop, met een wilde bos haar. Maar bovenal een schilder van werk met eeuwigheidswaarde. Schilderen was voor hem een manier van leven. 'Schilderen hoort bij me, zolang ik een kwast vast kan houden, zal ik schilderen. Het is mijn manier van leven, ik heb het gevoel dat de intensiteit alleen maar toeneemt', zei hij bij de opening van een tentoonstelling, een jaar of zeven geleden. Vorig jaar augustus exposeerde 't Drijverhuus recente schilderijen van hem op de expositie ter gelegenheid van zijn 85ste verjaardag, waarbij het boek 'Dorp Stad Huis Tuin Stilleven en Landleven' werd gepresenteerd.