Regionale brandweer bezuinigt bedrag €6,8 miljoen op kosten

De regionale brandweer, waar ook Texel onder valt, ondergaat tot 2018 een bezuinigingsoperatie van €6,8 miljoen. Dat zijn de burgemeesters in de veiligheidsregio Noord-Holland Noord met elkaar overeengekomen tijdens een overleg van de veiligheidsregio dat vrijdagochtend op Texel begon.

Bedoeling was dat er €7,4 miljoen zou worden bezuinigd op het totale budget van circa €64 miljoen, maar zover kwamen de burgemeesters niet. Volgens burgemeester Francine Giskes gaat een commissie nu eerst bekijken wat er verder nog haalbaar is. Een voorgenomen bezuiniging van ruim twee ton op faciliteiten voor de vrijwilligers binnen de brandweer ging tijdens het overleg van de burgemeesters van tafel. De regionale brandweer is sinds dit jaar een feit, maar dat ging meteen gepaard met een forse bezuiniging. Volgens Giskes leiden de bezuinigingen vooralsnog niet tot minder voertuigen op het eiland. De vraag volgens welke verdeelsleutel elke gemeente in de veiligheidsregio moet gaan meebetalen aan de regionale brandweer is vrijdag tijdens het overleg opnieuw onbeantwoord gebleven. Op het moment betalen de zeventien gemeenten op basis van het aantal inwoners en dat is gunstig voor Texel dat nu ongeveer een miljoen euro per jaar aan de regionale brandweer betaalt. Er ligt ook een alternatief op tafel om gemeenten te laten betalen conform de gelden die via het Gemeentefonds voor openbare orde en veiligheid worden toegekend en dat zou voor Texel ongunstig zijn. Er ligt ook nog een voorstel om beide voorstellen te mixen. De raad stelde vorig jaar vooruitlopend op de situatie structureel €450.000,- voor de regionale brandweer beschikbaar, maar dat bedrag hoeft tot nu toe nog niet te worden aangesproken. Naar verwachting volgt in de loop van het jaar alsnog een besluit over de verdeelsleutel. Het volgende overleg van de burgemeesters is op 22 mei. Het overleg op Texel werd vrijdag na ongeveer een uur afgebroken als gevolg van de stroomstoring. De meeste burgemeesters gingen terug naar de overkant en zetten het overleg later in Alkmaar voort.