De kantonrechter heeft uitspraak gedaan in een geschil dat speelde op vakantiepark Prins Hendrik, tot dit jaar gerund door Frank Kingma.
De kantonrechter heeft uitspraak gedaan in een geschil dat speelde op vakantiepark Prins Hendrik, tot dit jaar gerund door Frank Kingma. Foto: Gerard Timmerman

Rechter: Kingma moet huiseigenaren betalen

De kantonrechter in Alkmaar heeft Kingma Beheer, waarvan wethouder Frank Kingma eigenaar is, veroordeeld tot het betalen van circa €19.000,- aan een familie omdat zijn bedrijf zich op onrechtmatige wijze huuropbrengsten had toegeëigend.

Het betreft huurpenningen van bungalows op vakantiepark Prins Hendrik waarover Kingma tot dit jaar het beheer voerde. Acht van die huizen waren in gemeenschappelijk bezit van een maatschap, bestaande uit Frank Kingma, Henk Dietz en diens zoon Mark, die in 2014 is overleden. Daarnaast bezaten Dietz en zijn zoon zes bungalows, die buiten de maatschap waren gehouden. Kingma beheerde alle veertien huizen, inde de huurpenningen en droeg zorg voor (klein) onderhoud. In 2010 stuurde Kingma de maatschap een rekening van €20.000,- voor schilderwerk aan de acht bungalows. De familie Dietz weigerde die nota te betalen. Ze claimen onder meer dat ze daar geen opdracht toe hebben gegeven en dat het werk niet (behoorlijk) is uitgevoerd. Nadat de acht bungalows in april 2012 werden verkocht aan Ed Rabenberg (tevens eigenaar van het PH-Hotel) hield Kingma huurpenningen in van de zes andere bungalows, eigendom van de familie Dietz. Het ging om €13.333,- als verrekening van tweederde van de eerder genoemde kosten voor het schilderwerk. Ook hield Kingma bedragen in voor schilderwerk aan twee andere huisjes van Dietz. Volgens Kingma stond hij daarmee in zijn recht, omdat de opdracht tot het schilderwerk is verstrekt door de maatschap, waarvan hij bevoegd vertegenwoordiger was. Volgens hem mocht hij zich ook verhalen op het vermogen van zijn toenmalige maten. Maar kantonrechter S.W.S. Kilic, ziet dit anders. De acht bungalows van de maatschap (waarvoor het schilderwerk was verricht) en de zes bungalows van Dietz (waarop Kingma de kosten heeft verhaald), betreft 'gescheiden vermogens'. Dat maakt volgens de rechter dat de verrekening door Kingma niet had mogen plaatsvinden. De rechter vorderde dat Kingma Beheer de ingehouden huurpenningen alsnog moet betalen aan Dietz, inclusief rente, incasso- en andere kosten. Ook draait Kingma op voor de proceskosten. Als Kingma de kosten van het schilderwerk voor de maatschap van zijn voormalige maten (€13.333,-) wil terugvorderen, moet hij daarvoor volgens de rechter een aparte procedure starten. Volgens Henk Dietz (uit Krommenie) maakt Kingma dan geen kans. Niet alleen omdat zij volgens hem geen opdracht hebben gegeven voor het werk en de uitvoering niet deugde, ook administratief valt er volgens hem wel wat op af te dingen. Het is niet de enige rechtszaak die Dietz heeft aangespannen die verband houdt met deze vakantiewoningen. In hoger beroep loopt een zaak over de verkoop van de acht bungalows in 2012 door de maatschap (vader en zoon Dietz en Kingma) aan Rabenberg. Dietz claimt dat de verkoopprijs van €130.000,- ver beneden de waarde is. Een makelaar had ze volgens hem getaxeerd op €155.000,- en €160.000,- en voor een soortgelijk huis werd €169.000,- gevraagd. Volgens Dietz hebben notaris Verhoeks, Rabenberg, de Rabobank en Kingma samengespannen en heeft de bank zijn zoon (die stervende was) dermate onder druk gezet, dat die zich gedwongen voelde te verkopen. Wegens gederfde opbrengsten heeft Dietz bij de betreffende bank een claim van €240.000,- neergelegd. In het artikel hieronder enkele reacties.