Wat ik zeggen wou
Waalenburg
Het huidige voorstel voor peilverhoging in Waalenburg geeft veel onrust. In een te korte periode moet het waterpeil met ruim één meter in vijf jaar stijgen. Wat de uiteindelijke gevolgen zijn voor de landbouwgronden in het gebied maar ook langs de Nieuwlanderweg, Laagwaalderweg en Polderweg is niet zeker. Alle theoretische berekeningen en benaderingen geven niet aan wat de uitwerking en het resultaat buiten het natuurontwikkelingsgebied zal zijn. Om rust en het vertrouwen te krijgen is het zinvol te luisteren naar de bezwaren. Beter zou het zijn om de peilverhoging uit te smeren over 15 á 20 jaar. In die periode komt praktijkbasiskennis beschikbaar die ten goede kan komen aan de belanghebbenden. Wellicht kunt u met een lagere waterstand in het gebied de variatie in het aantal planten en soorten vogels alleen maar laten stijgen. Een praktijkvoorbeeld ligt bij Dorpzicht bij De Cocksdorp. Door niets te doen - geen menselijke ingrepen - is in een deel van het gebied de natuurdoelstelling al bereikt. Ook in de graslandpercelen, voorheen Bram Koorn, aan de Ruijslaan heeft de orchis zich sterk ontwikkeld zonder dat het waterpeil drastisch is verhoogd. Deze praktijkkennis is toe te passen en te gebruiken in Waalenburg. Planten groeien in een bodem waar een juiste verhouding is tussen lucht en water. Bij een teveel aan water komen er planten die veelal ook niet gewenst zijn. Denk aan de lidrus en biezen. Dat door teveel water de doelstelling voor het laten groeien van orchideeën negatief zal uitpakken laat de natuurontwikkeling zien van SBB nabij de Oudeweg – Rommelpot. Voor de ingrepen voor de natuur stonden hier orchideeën. Nu is het er troosteloos, met planten die niets tot nauwelijks iets toevoegen aan de natuur. Wel is het een lustoord voor de grauwe ganzen. Wormen en andere insecten, van groot belang als voedsel voor de vogels, zullen evenmin kunnen leven in gronden met weinig tot geen zuurstof. Tevens zal voedsel aanwezig moeten zijn voor het voortbestaan van dit bodemleven. Dit is mogelijk mits de waterstand in grote delen van het gebied niet te hoog gaat worden. Het is zinvol om de landerijen van hoeve De Reiger buiten het gebied te houden om het waterpeil te verhogen. Op deze landerijen kan gewerkt worden met een normaal waterpeil en een graslandbeheer dat als doel heeft om de ganzenpopulatie er te laten vreten. Hiervoor is kort eiwitrijk gras nodig dat bij een vrij normale bedrijfsexploitatie mogelijk en haalbaar is. De weidevogels in het natuurontwikkelingsgebied kunnen hier dan ook hun voedsel halen dat beschikbaar zal zijn door de exploitatie. Mijn advies is: heroverweeg de ingenomen standpunten.
Jan Koolhof