Petrina, Sienke en Jaap Groen nemen afscheid van De Robbenjager, en Marc en Simone Schuijl nemen het stokje over.
Petrina, Sienke en Jaap Groen nemen afscheid van De Robbenjager, en Marc en Simone Schuijl nemen het stokje over. Foto: Gerard Timmerman

'Dit is altijd onze droom geweest'

'Dit is altijd onze droom geweest', zeggen Marc en Simone Schuijl over de overname van camping De Robbenjager van de familie Groen. Het vakantieparadijs aan de Vuurtorenweg weerspiegelt bijna tachtig jaar familiehistorie.

Die begon in 1937 toen Maarten Boon, overgrootvader van Petrina, die de camping alweer geruime tijd runt met haar vader en moeder Jaap en Sienke Groen. Jaap: 'Ze kochten een stuk grond en bouwden daarop een kamphuis. Jaap: 'Cocksdorpers zeiden: ''Die man is gek om daar zoiets te beginnen''. Maar kennelijk had hij toch een vooruitziende blik.' Maar ze hadden ook tegenslag. 'Het gebouw was in 1940 klaar, mijn schoonvader Piet Boon was er net komen wonen, toen de bezetters hen er uitgooide nadat ze het kamphuis hadden gevorderd. Tijdens de Russenoorlog werd het gebouw kapotgeschoten. Maar ze herbouwden het en mijn schoonvader heeft het bedrijf na de oorlog voortgezet. Eerst samen met zijn broers en later alleen. Het kamphuis was een soort jeugdherberg, met twee slaapzalen waar jongens en meiden strikt gescheiden sliepen en een gezamenlijke verblijfsruimte. Wat zich buiten in de duinen afspeelde, dat vertelt het verhaal natuurlijk niet… Tot de jaren zestig zat er hier niet veel groei in het toerisme. Daarna begon het aan te trekken. In 1965 verleende de gemeente een kampeervergunning en kwam de camping er bij. Mijn vrouw en ik woonden destijds in Egmond en in 1975 (dit jaar veertig jaar geleden) zijn wij erbij gekomen. Eerst op proef en in 1977 zijn Sienke en ik zelfstandig verder gegaan.' Elf jaar geleden verrees op de plek van het kamphuis een nieuw hoofdgebouw, met restaurant en een populair terras. Dat werd verpacht aan Maaike Wiebenga en Joël, die de zaak nog steeds exploiteren.

De bijzondere plek waar de Robbenjager, op de grens van land en zee, midden in de natuur en met rondom dynamiek, trekt een specifiek publiek, niet het slag gasten dat je op een reguliere camping aantreft. Van de kampeerplekken is zestig procent vaste standplaats, het andere deel voor passanten. 'Ook daar zien we veel terugkerende gezichten. Mensen die houden van deze vorm van natuurgerichte recreatie.' Bijzonder aan de camping is ook dat deze buiten de primaire waterkering ligt. 'Ik denk dat ik de enige particuliere campinghouder ben die een dijk van anderhalve kilometer heeft gebouwd. Overigens met veel medewerking van de gemeente, het hoogheemraadschap en Rijkswaterstaat.' Die dijkaanleg, noodzakelijk om de zee op afstand te houden, combineerde Groen met natuurontwikkeling. 'Ik heb dat onder meer gedaan in overleg met de Vogelwerkgroep.' Door het aanbrengen van reliëf en de aanleg van waterpartijen kwam grond vrij voor de dijkaanleg en ontstond een waardevol natuurgebied. Het is in feite een zelfstandig waterschap. Een watermolen maalt namelijk overtollig water weg, zodat de gasten droge voeten houden en de boel 's winters niet onder loopt. 'Zo kunnen we onze eigen waterstand regelen.'

Jaap en Sienke Groen, later bijgestaan door dochter Petrina die haar werk in het verzorgingshuis verruilde voor de camping, ontvingen gasten van 1 april tot eind oktober. Jaap: 'We hebben het altijd heel mooi gevonden om dit te doen. Omgaan met mensen, die over het algemeen in vakantiestemming zijn, is leuk. Natuurlijk heb je er altijd van die types tussen waarvan ik zeg: die zijn zeurende geboren. We proberen het de mensen altijd naar de zin te maken.' Groen moest ook wel eens corrigerend optreden. 'Vaste campinggasten hebben bijvoorbeeld wel eens de neiging om door te bouwen en dat kan natuurlijk niet. En jongeren, waarvan we er hier overigens niet teveel hadden, kunnen wel eens luidruchtig zijn. Ik deelde geen gele kaarten uit, bij mij was het meteen rood en dat wisten ze. Ik voerde een redelijk strak beleid, waarbij belangrijk is dat je iedereen gelijk behandelt.' Ook een campingbaas die zijn gasten wat probeert mee te geven. 'Hier aan de rand van het gebied zitten we in een uniek gebied, binnen het Nationaal Park Duinen van Texel, dat bescherming nodig heeft. Daar heb ik altijd naar gehandeld. Er wordt wel eens met een scheef oog naar recreatieondernemers in de natuur gekeken. Maar als je geen inkomsten hebt, dan kan je ook niets voor de natuur doen. Via onze bijdrage aan Domeinen (waarvan ze de grond onder de camping pachten) hebben we altijd bijgedragen aan de instandhouding van de natuur. We hebben dat altijd gedaan in overleg met het Nationaal Park, waarvan ik vanaf de oprichting in het Overlegorgaan heb gezeten. Ik zal Marc voordragen als mijn opvolger.' Het runnen van een camping valt niet te onderschatten. 'Toen we zelf de horeca nog deden, werkten we in het seizoen 120 uur per week. Zeven dagen in de week, 's morgens om zeven uur op, tot half twee 's nachts.' Sienke: 'Dan zaten de mensen nog gezellig aan, maar wilde ik toch wel eens naar bed. Want 's morgens om zeven uur moesten we weer beginnen. Gasten hebben vaak veel vragen. Over het weer, de omgeving en bijvoorbeeld over een vogeltje dat ze zien. Ook al vraagt elke gast maar een paar minuutjes van je aandacht, als je dat optelt over de hele dag, dan gaat er toch heel wat tijd in het beantwoorden zitten.' Jaap: 'Maar ook dat hoort bij goed gastheerschap.'

Jaap combineerde het beheer vele tientallen jaren lang ook met de taak van schipper van de reddingboot van de KNRM. 'Met de Beursplein 5 hadden wij als één van de eersten een schip met een grote actie radius, waardoor we regelmatig werden opgepiept. In zo'n seizoen ging het alarm toch wel een keer of 25 af. Sienke en Petrina, die het moesten opvangen als ik weg was, hebben me daar altijd de ruimte voor gegeven.' Zo kon het gebeuren dat als Groen 's avonds het ene moment nog achter de bar stond, hij het andere moment er vandoor moest. 'Gelukkig waren er dan altijd wel mensen zoals Geertje den Braven, die het even overnamen.'

'Enige particuliere campinghouder die een dijk van anderhalve kilometer heeft.'

En dan na bijna veertig jaar komt daar toch het moment dat ze afscheid nemen van de Robbenjager. 'Sienke en ik komen op leeftijd en in overleg met Petrina hebben we deze keus gemaakt. We kennen Marc, Simone en de familie Schuijl al jaren. Het voelt goed om het over te doen aan mensen in wie je vertrouwen hebt, heel anders dan bijvoorbeeld een projectontwikkelaar van de overkant. We sluiten een mooie periode af. Het komt niet als een verrassing, we hebben tijd genoeg gehad om ons er op voor te bereiden. Wij deden het op onze manier, Marc en Simone zullen het bedrijf op hun eigen manier laten opbloeien.

Marc Schuijl bestierde met compagnon Rob van der Werff (die de onderneming voortzet) jarenlang een onderneming voor het verhuren en beheren van appartementencomplex Prinses Juliana, met 72 appartementen, Villapark Kamperfoelie met 36 vakantievilla's. En daarnaast via hun bedrijf Texelvakanties de verhuur van vele tientallen vrijstaande vakantiehuizen, villa's en Landhuizen tussen Den Burg en De Koog, het merendeel is eigendom van particulieren. Van luxe villa's tot bungalows, in allerlei groottes, variaties en prijsklassen. Maar de stap van verhuurder en beheer van accommodatie naar het beheren van een camping is best een switch. 'Waar begin je aan?', kregen Marc en Simone vanuit hun omgeving te horen. 'Maar dit is altijd onze droom geweest. We hebben altijd gekampeerd', vertellen ze over de vele reizen naar hun favoriete stekje, een camping op een eilandje in de Moezel. 'Lekker buiten, kinderen die snel contact maken met leeftijdgenootjes en de vrijheid. Je bent met elkaar op zo'n camping, maar je hoeft niets. Op het laatst hadden we er zelfs een vaste standplaats, zó vaak kwamen we er.'

Dat zal de komende tijd wel wat minder worden, nu ze hun eigen camping hebben. 'De Robbenjager is een uniek stukje Texel. Simone (die Eelman van haar meisjesnaam heet) is hier geboren.' Simone: 'Toen we ruim dertig jaar geleden naar Den Burg gingen, was ik blij dat ik hier vandaan ging. Toen was hier eigenlijk niets, in Den Burg had je eigenlijk alles. Ik zei dat ik nooit meer terug zou gaan…' Daar komt ze nu dus op terug. 'Het is hier enorm veranderd, afstanden zijn er eigenlijk niet meer en we gaan naar een prachtig stukje van het eiland. Dat hoor je van iedereen.' Marc: 'Texel heeft maar weinig campings, dus we zijn ontzettend blij dat de familie Groen hun bedrijf aan ons wilde overdoen.' Er valt ook best een last van de schouders. 'Bij Texelvakanties hadden we niet alleen te maken met huurders, maar wilden we ook 150 eigenaren tevreden stellen. We probeerden er ook voor hen het beste uit te halen. Wij denken dat dit zeker is gelukt.'

Ze worden eigenaar van een bedrijf dat, naast het restaurant bestaat uit een camping van vier hectare in een natuurgebied van dertien à veertien hectare. 'In feite gaan we verder op de manier zoals het tot nu toe altijd gegaan is. Wel gaan we de voorzieningen meer op niveau brengen. Goed sanitair, water, stroom, wifi en noem maar op. Alle voorzieningen die de moderne kampeerder wenst.' Ze hebben hun ogen en oren goed de kost gegeven. Met het seizoen al praktisch voor de deur kan het kampeerterrein natuurlijk niet meer volledig op de schop worden genomen, maar een aantal voorzieningen wordt wel aangepakt, zoals de aanleg van Wifi. En een automatische slagboom.'De techniek van tegenwoordig kan ons een aardig handje helpen bij het beheer van de camping.' Volgens Jaap biedt het bedrijf veel potentie. 'Je zit vlakbij de vuurtoren, die jaarlijks honderdduizend bezoekers trekt, veel mensen met de Vliehors Expres reizen strijken hier neer en we krijgen ook steeds meer mensen met een kitebuggy's.' Marc en Simone, die de camping met z'n tweeën gaan runnen, beseffen dat gastheerschap belangrijk blijft. 'Iedereen die komt willen we het gevoel geven welkom te zijn. Dat men zich thuis voelt.'

Gerard Timmerman

Winters beeld vanuit de lucht van camping De Robbenjager