Vooral in het eerste traject zat veel boerenland.
Vooral in het eerste traject zat veel boerenland. Foto: Mieke de Vries

Nu hadden we eens een SuperSunday waarbij alles klopte

Soms heb je wel eens dat je denkt: waar ben ik aan begonnen? Dat gevoel bekruipt me al kort na de start van SuperSunday. Amper op weg stuurt de pijl ons een akker op. Eentje met van die vette, kleiïge grond. Nat ook. Ik trap enthousiast, mijn achterwiel draait rond, maar kom geen spat vooruit. Rondom in de blubber, afstappen en te voet verder dan maar. Schoenen en fiets veranderen in mum van tijd in een bruine hoop smurrie. Ik had het kunnen weten, het is SuperSunday. Niet voor watjes, de prut zit bij de prijs inbegrepen. Ik ben één van die circa zeshonderd halve garen die zo nodig midden in de winter, met noordwestenwind, kracht vijf of misschien wel zes de uitdaging aangaan om in één dag honderd kilometer te rijden, over strand, dijkjes, bruggen, door sloten, bos en duinen en veel prut. Henri van Maldegem had het al voorspeld: 'Het eerst blok wordt zwaar, en ook het laatste blok ga je de dag verwensen dat je je hebt aangemeld. Maar blok twee en drie zijn goed te doen. Je gaat het redden!' Daar vertrouw ik dan maar op. Het eerst blok is inderdaad niet voor de poes. Vanaf Den Burg gaan we in noordelijke richting, tegen de wind in. Via-via komen we bij De Waal en rijden we de Hel van Waalenburg op, het boerenpad tussen het Waalenburgerdijkje en De Staart. Bij droog weer wel te doen, maar nu een glijbaan waar menigeen afstapt. 'Hier wordt je lekker warm van', hoor ik een crosser uit Hoorn tegen zijn maat zeggen. Als we daarna over het asfalt van De Staart rijden vliegt de blubber hoog de lucht in. Ik zie mensen stoppen om hun fiets prutvrij te maken. Zinloos, want er volgt nog heel wat blubber. Maar gelukkig ook beter begaanbare paadjes. We klauteren over hekken, komen op onbekende plekken, horen Robin van Sambeek midden in de polder als orgeldraaier en gaan over bruggetjes. Eén brug is zeker twintig meter lang, over het Eierlands Kanaal, gemaakt van aan elkaar gefabriceerde pallets. De organisatie zit nergens mee. En krijgt hulp van alle kanten. Want als ik me verderop afvraag hoe ik een andere sloot over moet, brengt de kraan van Nico Roeper uitkomst. Met één zwaai van de giek zet hij een hele groep rijders over de sloot. ''Zet mij meteen maar af op de Postweg'', vraag ik. Maar zóver reikt zijn arm helaas niet. En zo karren we verder, rijden we door de koeienstal van Henk van der Star en de aardappelschuur van Henk Broekman van hoeve Zeeland. Om uit te komen bij de familie De Ridder, waar de eerste stop is. De catering heeft er veel werk van gemaakt. Koffie, thee, bouillon, sinaasappelen, banaan, krentenbollen, ontbijtkoek en andere versterkers liggen voor het grijpen. En met kneiterharde live muziek van Foot-C. Wie daar niet van opwarmt... Dan verder in noordelijke richting, glibberend langs wortelvelden, via het Krimbos en de Sluftervallei richting de Vlielandboulevard. Tegen wind de helling, maar het wordt nog erger. We gaan bij de steiger van Sil het strand op, richting vuurtoren. Fietsen is er niet bij in die mulle zandbak, een zware exercitie. Maar als we de hoek om zijn keert het tij, het strand wordt steviger en de wind blaast stevig in de rug. Een verademing en al snel komt hoeve 's Hertogenbosch in zicht. Bij de 'Rannen' verrast Cor de Wit ons op een glaasje Jutter, van onderkoeling zal dit jaar geen sprake zijn. Snel door, met wind mee worden we tijdens het derde blok in zuidelijke richting geblazen. Bij De Koog het strand af, hoog over de Zeereep de duinen in en uiteindelijk via het ATB-pad richting stop 3: Paal 9. Hier zet een bordje ons groepje op het verkeerde been, maar via een alternatieve route belanden we bijtijds bij René Jager. Als ik daar de lange gestalte zie van Nico Kikkert, die de ondankbare taak heeft om rijders die na de limiet binnen komen, door de tent zien schuifelen is het tijd om te gaan. 'Je hebt nog een kwartier', stelt Nico me gerust. Maar in Paal 9 is een kwartiertje zomaar voorbij, dus snel overeind, richting De Hors. Op het uiterste puntje krijgen we een muntje, goed voor een Skuumkoppe. Maar eerst nog wel even terugfietsen naar Stayokay. Ter hoogte van de vuilnisbelt trekt de kramp in mijn benen. Net als ik die hoop op wil rijden, stuurt het bordje ons het weggetje ernaast op. Dat scheelt een hoop spierpijn. Maar geklommen moet er toch, in het laatste blok zit het venijn in de staart. Na een rondje door de brouwerij worden we een keer of drie de Hogeberg op gedirigeerd. Maar dan wacht de beloning, in de vorm een lekkere Skuumkoppe aan de finish en een heerlijk bord hutspot in Stayokay. We hebben het geflikt, laat nu de sterke verhalen maar komen. Voldoening ook bij de organisatie. 'Dit was er nou eens eentje dat alles klopte', glundert Van Maldegem.

Gerard Timmerman

Ook de jeugd liet zich niet onbetuigd, hier langs een slootkantje.
Er moest onderweg over menig hek worden geklauterd.
Schapen  in het weiland bekijken het van een afstandje.
Over het Eierlands Kanaal had de organisatie een brug gebouwd.
Mountainbikers werden met een kraan van Nico Roeper over de sloot gezet.
Deelnemers komen bij met drank en spijzen van de catering.
Op het strand tussen de steiger van Sil en de vuurtoren viel niet te fietsen.
Fietsen langs slootjes en dijkjes, op weg naar 't Noorden.
Een Juttertje van de familie De Wit om door te warmen.
Foot-C verzorgde in de schuur van De Ridder een live optreden.
Vanaf de vuurtoren, eindelijk met wind in de rug, in zuidelijke richting.