Gezondheid jeugd Texel kan beter

Gemiddeld één op de vijf Texelse jongeren (19,9 procent) had in 2013 een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen. Dat blijkt uit een onderzoek dat GGD Hollands Noorden onder jongeren hield.

Dat is hoger dan gemiddeld onder de jeugd van 12 tot en met 18 jaar in Noord-Holland Noord (13,9 procent). Het is ook hoger dan in 2009 toen de GGD het vorige grootschalige gezondheidsonderzoek onder jongeren hield. Toen had gemiddeld 13,9 procent van de Texelse jongeren een verhoogd risico op sociaal-emotionele problemen. Waar de stijging in zit, wordt niet expliciet vermeld. Het kan wel leiden tot beperkingen in het functioneren thuis en op school. Bij ongeveer één op de vijf jongeren was ook de psychische gezondheid niet helemaal lekker. Dat werd afgemeten aan gevoelens van geluk, somberheid en angst. Volgens de GGD ging het in 2013 over het algemeen goed met jongeren op Texel, maar viel er nog een aanzienlijke gezondheidswinst te boeken met preventie. Zo was het gebruik van alcohol, softdrugs en harddrugs in 2013 gedaald ten opzichte van 2009, maar nog altijd hoger dan gemiddeld in Noord-Holland Noord. Van de 338 ondervraagde jongeren op het eiland noemde 74,9 procent de eigen gezondheid 'goed' of 'heel goed'. Een of de vijf zei 'gaat wel' en 4,1 procent noemde de eigen gezondheid 'niet zo best' of 'slecht'. Bijna één op de twee Texelse jongeren zei minstens één chronische aandoening te hebben. Dan ging het onder meer om migraine, eczeem, chronische vermoeidheid, astma of buikklachten. Op het gebied van 'denken over zelfdoding' scoort Texel ook hoger dan gemiddeld. Liefst een kwart van de jongeren die aan het GGD-onderzoek meededen zei 'wel eens over zelfdoding te hebben gedacht'. Over de gehele regio stond dat percentage op 19,8 procent. Drie procent van de ondervraagde jongeren zei een poging tot zelfdoding te hebben ondernomen. Dat percentage is iets lager dan gemiddeld in de regio. Een vraag naar lichamelijke en geestelijke mishandeling leverde het antwoord op dat 23,8 procent van de jongeren daar wel eens mee te maken had gehad. De GGD nuanceert dit resultaat met de opmerking dat het via een vragenlijst lastig is van een dergelijk gevoelig onderwerp een betrouwbaar beeld te krijgen. Bij het meemaken van 'ingrijpende gebeurtenissen' sprak 29,7 procent over regelmatige ruzies tussen de ouders, 17,9 procent noemde een echtscheiding van de ouders (een iets lager gemiddelde dan in de hele regio), 14,9 procent geldproblemen van de ouders en 12,4 procent benoemde werkloosheid van de ouders als een ingrijpende gebeurtenis.