Tikkende 'bermbom'

'Afgraven is te duur, zeggen ze. Plastic er op en een dikke laag zand er over.' Aldus het advies van Kees Kikkert over wat te doen met de oude vuilnisbelt.

Afgezien van een bosje kaardenbollen, van zaad dat vermoedelijk is meegekomen met afval, groeit er volgens Gerhard Cadée niet veel bijzonders op het met riet begroeide glooiende terrein, dat ontdekt is door mountainbikers. Provincie, gemeente en eigenaar Domeinen, allemaal draaien ze om de hete brei heen, viel zondag te horen op het 'Droevenement'. Kikkert vertelt hoe regenwater in het met klei en zand afgedekte gebied door het afval lekt en in het achterliggende polderland stroomt. Zijn schapen dronken er van en zijn dood gegaan. Er worden flesjes slootwater uitgedeeld met 320 microgram ammoniak per liter. In 1969, vóór de vuilstort werd aangelegd was dat nog 20 microgram/liter. Han Lindeboom, voorzitter van het nationaal park waar de belt in ligt, is er ook. Hij wil precies weten wat er in het water zit, gaat het rapport bestuderen en belooft een brief schrijven. Over die mountainbikers, maar ook over de schadelijke effecten op de omgeving. 'Droevenement'-organisator Gerard Vélu hoopt op een grondige aanpak, zodat deze tikkende 'bermbom' in de toekomst geen schade kan aanrichten. 'Als het onderop rommeltje, moet je aan de bovenkant wat doen', citeert hij Cruijff.