Jose Eelman en Jolanda de Wit genieten van hun werk.
Jose Eelman en Jolanda de Wit genieten van hun werk. Foto: Job Schepers

Beroep dat je kiest uit bepaalde voorliefde

Beide zijn ze al sinds de jaren tachtig werkzaam in Verzorgingshuis Gollards. Ondanks het feit dat er een hoop veranderd is, gaan José Eelman en Jolanda de Wit dagelijks met veel plezier aan het werk.

'Dat ene stukje waardoor het net ietsje mooier wordt. Het wederzijds respect en de mensen die je zo vertrouwen dat ze alles met je delen, ook als het niet makkelijk is. Dat vind ik het mooie van dit werk', vertelt Eelman. Dagelijks werkt ze op één van de drie kleinschalige woongroepen voor bewoners die te kampen hebben met de gevolgen van dementie. 'Een glimlach van een bewoner doet veel met je. Daarnaast vind ik het geweldig om bij een nieuwe bewoner 'de gebruiksaanwijzing' te vinden', vult De Wit aan. Zij werkt op de gang waar de andere bewoners hun kamers hebben. De taken voor de dames zijn flink toegenomen door veranderde wetgeving. 'Er zijn veel meer taken bijgekomen die vroeger door de facilitaire dienstverlening gebeurden. Je moet hierbij ook aan eenvoudige zaken als het zetten van koffie denken. Daarnaast helpen wij de bewoners bij het ontbijt, het naar de wc-gaan en natuurlijk maken we gewoon een praatje met ze. Maar we wordt ook meer gevraagd van de familie. Vroeger werd alles gedaan, tegenwoordig is het fijn als de familie eens de koelkast schoonmaakt of de ramen lapt. Dat soort taken die eerder wegvielen als ouders naar het verzorgingstehuis gingen, blijven nu toch bij de kinderen. Het lijkt steeds meer op zelfstandig wonen, maar dan met onze ondersteuning', vervolgt De Wit. 'Mensen blijven steeds langer thuis wonen. Als ze hier komen is dat pas op het moment dat ze echt niet meer thuis kunnen wonen. Vroeger kwamen mensen met een dementie hier als ze een beetje vergeetachtig waren, tegenwoordig komen ze pas in een veel later stadium hier', vult Eelman aan. In de woongroep van Eelman wonen acht personen. 'We begeleiden de mensen die niet meer op zichzelf kunnen wonen. Zo koken we bijvoorbeeld zelf. Maar iedere bewoner participeert op zijn of haar eigen manier. Wil hij meehelpen met koken, helpt hij. Maar een ander vindt het al gezellig vindt als er mensen in de buurt zijn. De bewoners kunnen ook nog gewoon Den Burg in, het is niet zo dat ze hier opgesloten worden.' Door de goede verzorging en de woongroepen kunnen Texelaars langer op Texel blijven. 'Maar er kan een moment komen dat een bewoner een gevaar voor zichzelf of anderen wordt en een verpleeghuis aan de overkant de enige oplossing is. Dat doen we echt niet zomaar. Al vanaf het begin communiceren we goed met de familie. Maar hoe goed je het ook uitlegt, als het moment daar is valt het altijd zwaar. Dat is ook logisch', aldus De Wit. De verhalen van uit elkaar gerukte stellen lezen de dames ook in de krant, een beslissing wordt hier op Texel niet zo maar genomen. 'Het is afwegen en je doet je uiterste best. Maar soms is het ook beter. We hebben hier een echtpaar dat nu los van elkaar hier in de Gollards woont. De vrouw is zwaar dementerend, de man is geestelijk nog gezond, maar fysiek zwak. Zijn vrouw zei iedere vijf minuten dat hij eens uit zijn stoel moest komen. De man werd daar depressief van en zo ging het steeds slechter. De vrouw begreep in eerste instantie niet dat zij naar de woongroep ging, maar met beiden gaat het nu stukken beter. Haar man komt iedere dag op bezoek bij haar', besluit Eelman.