Pad naar boet mag blijven liggen
Het pad naar de boet van Kees Boks nabij de Pontweg en de Rozendijk hoeft niet te worden verwijderd. Dat heeft de Raad van State bepaald.
Het college had Boks begin 2013 opgedragen het pad te verwijderen. Dat leidde tot een gang langs de bezwarencommissie, de bestuursrechter in Alkmaar en de Raad van State in De Haag. Die gaat mee in de lijn van de bestuursrechter dat boet en perceel volgens het inmiddels oude bestemmingsplan Buitengebied (op basis waarvan geoordeeld is) als agrarisch bedrijf kunnen worden beschouwd. Er werden in 2013 op het perceel jaarrond 33 schapen gehouden en tijdens de lammerij waren er 71 schapen aanwezig. De boet zelf werd gebruikt voor opslag van voer en materiaal. De wol werd verkocht. De agrarische activiteiten staan volgens de Raad van State ingeschreven bij de Dienst Regelingen van het ministerie van Economische Zaken. Volgens het rechtsorgaan moet de boet daardoor worden gezien als een agrarisch bedrijf. Dat er geen volwaardig inkomen mee wordt verdiend, is volgens de Raad van State geen grond om te zeggen dat er geen sprake was van een agrarisch bedrijf. Voor de aanleg van het pad is geen omgevingsvergunning nodig, mede omdat het ondergeschikt is aan de grootte van het perceel. Het pad heeft een oppervlakte van 343 vierkante meter. Boks had volgens zijn zaakwaarnemer Mayke Veeger eerder al betoogd het pad nodig te hebben voor het vervoer van voer en hooi voor de schapen. Het pad is er ook voor de schapen om op het vaak natte terrein droge poten te houden.