Giskes: 'Op Texel geen recente graven van onbekenden'

Het verhaal van de Telegraaf dat politie en NFI op Vlieland en Texel aan alle kanten worden tegengewerkt bij het identificeren van onbekende doden, omdat de burgemeesters van de twee Waddeneilanden het opgraven van de stoffelijke resten voor DNA-afname niet toestaan, lijkt een stuk genuanceerder te liggen dan de krant zegt. 'Er zijn simpelweg geen recente graven van onbekenden', laat burgemeester Giskes in een reactie weten.

Het nieuws komt voor uit acties van het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) die DNA-profielen van nabestaanden van mensen die op zee vermist raakten, gaan vergelijken met DNA-profielen van langs de Noordzeekust aangespoelde lichamen. Het NFI en de politie hopen met een dergelijk onderzoek de indentiteit van onbekende zeeslachtoffers alsnog vast te stellen. Nabestaanden kunnen daarvoor wangslijmvlies afstaan aan rechercheurs van het Coldcase Team van de politie-eenheid Den Haag. Die eenheid is samen met het Landelijk Bureau Vermiste Personen het project Zeeslachtoffers gestart. Sinds 2010 wordt standaard DNA-materiaal afgenomen van stoffelijke overschotten van ongeïdentificeerde personen. Ook van vrijwel alle aangespoelde overschotten die sinds 1920 (28) zijn aangespoeld is DNA opgenomen in de DNA-databank. 'Het graf van de onlangs aangetroffen man in duikerspak is het enige dat aan dat criterium voldoet. Sinds 2010 wordt bij onbekende slachtoffers echter standaard DNA afgenomen, dus het openen van graven is in die gevallen niet nodig. Oudere graven van onbekenden openen we niet. Dat betreft allemaal slachtoffers die veertig jaar terug of nog langer geleden zijn aangespoeld. Die graven zijn inmiddels geschud. Daarboven zijn verse graven gekomen. Opgraven zou dus betekenen dat we toestemming dienen te vragen aan de nabestaanden van de personen in die nieuwere graven. Bovendien moet er dan nog extra onderzoek worden uitgevoerd op de geschudde graven, omdat bekende en onbekende personen door elkaar liggen', laat Giskes weten.