Jaap Binsbergen bij de tentoonstelling  over de Assengangers in galerie Tusse de Banke.
Jaap Binsbergen bij de tentoonstelling over de Assengangers in galerie Tusse de Banke. Foto: Job Schepers

Portemonnee bepaalde loopbaan

'Ik vond het helemaal niet eng. Ik zag het allemaal als een avontuur en ik wilde zelfs gaan. Ondanks dat we te werk gesteld waren, heb ik nooit het idee gehad dat we de Duitsers hielpen. Die tankgrachten die we moesten graven stelden in onze ogen niet zoveel voor.'

Jaap Binsbergen (87) was in november 1944 één van de jongste Texelaars die te werk gesteld werd in Assen. We ontmoeten de inmiddels in Purmerend wonende Binsbergen in Tusse de Banke, waar een expositie over hem en zijn lotgenoten te zien is. 'Ik dacht eigenlijk dat ik de jongste was, maar er zijn erbij die nog jonger waren. Ik was 17', vertelt hij terwijl hij zijn naam aanwijst op de zuil waarop talloze namen staan. Ik zat ondergedoken in een schuilhutje voor het fotograferen van vogels in de tuin van mijn ouders in De Dennen. Heel dichtbij huis, maar toch verstopt. Op een gegeven moment lag ik plat op de grond een boek te lezen toen er een Georgische soldaat met paard en wagen voorbij reed, hij zag mij niet.' Toch kwam ook het moment dat Binsbergen er aan moest geloven. Nadat heel De Koog al ontruimd was - een groot deel van de mannelijke bevolking te werk werd gesteld in Assen - kwam een Duitse officier bij zijn ouders aan de deur. 'Ik moest mij de dag daarop melden in Den Burg, anders werd het hele gezin afgevoerd. Ik vertelde mijn moeder dat ik wilde gaan en zij stemde hiermee in. Ik kreeg een kinderwagen mee om mijn bagage in te vervoeren, we voeren rechtstreeks met de veerboot van Oudeschild naar Harlingen. Ik zat bij de tweede groep en dus niet bij de Texelaars die lopend de afsluitdijk over moesten, door een natte-sneeuwstorm.' Dat de tweede groep niet de barre tocht over de afsluitdijk maakte, betekent niet dat het een lichte tocht was. Vanaf Harlingen liep Binsbergen met zo'n honderd man via Franeker naar Leeuwarden. 'Van zo'n wandeltocht onthoud je de vreemdste dingen. Zo weet ik nog dat we in de tocht langs het kanaal platte schoorstenen tegenkwamen, die had ik nog nooit gezien. Eenmaal in Leeuwarden aangekomen kwam ik er achter hoeveel honger ik had. Ik had wel broodjes meegekregen, maar die waren ruim op na een tocht van twee, drie dagen. We werden tijdelijk ondergebracht in een station, waar ook de eerste groep aan zou komen. Ik zag mensen uit die groep bij binnenkomst half bewusteloos op de grond zakken. Ze kwamen uit de snijdende kou en het was binnen warm, het verschil was te groot.' Vanaf Leeuwarden gingen de dwangarbeiders per trein naar Assen, Binsbergen liet de kinderwagen op het perron staan. 'Ik heb wel eens gehoord dat hij er drie dagen later nog stond, maar ik weet niet wat daar van waar is. We reisden 's nachts in verband met beschietingen.' In Assen kwam de jonge Texelaar terecht in de Dr. De Visserschool aan de Oosterhouterstraat. Overdag groef hij met zijn lotgenoten een tankgracht tussen Assen en Beilen. 'Er waren bijna geen kruiwagens, dus werkten we trapsgewijs omhoog. Die tankgrachten leidden tot niets, ze waren niet imposant.' Omdat Binsbergen één van de jongsten was mocht hij mee met het halen van eten in de conservenfabriek. Tijdens een wc-bezoek daar vond hij een portefeuille die een belangrijke rol speelt in zijn verdere leven. 'Ik stopte de portemonnee in mijn zak, omdat ik dacht dat die altijd wel een keer van pas zou kunnen komen. We vormden een collectief met een groep Texelaars. Naast mijzelf bestond die groep uit automonteur Toon Witte, fotograaf Jan Nauta, drukker Jan Brügemann, schilder De Graaf en Piet Kunst - van het oude kamp geloof ik.' Maar wat is nu de rol van de portemonnee? Hier bleek een vrijgeleide in te zitten. Niet Binsbergen zelf zou hier echter gebruik van maken, maar Brügeman. 'Hij had een vrouw die in verwachting was en tijdens het overleg met de groep - de oorlogsraad - werd snel besloten dat hij naar huis mocht. Ondanks zijn vrijgeleide moest hij goed uitkijken. Hij heeft in Bolsward geslapen - in het huis van een andere dwangarbeider - en is daarna via Lemmer en Amsterdam naar Texel gereisd, per fiets. Hij heeft er een week over gedaan.' In maart 1945 keerde iedereen terug naar huis. 'Ik heb daar niet eens een onplezierige tijd gehad, zo hebben we samen Sinterklaas gevierd.' Eenmaal terug op Texel is de toekomst van Binsbergen onzeker. Zijn vader overlijdt in september '45 en het gezin is ontreddering nabij. Wat Jaap moet gaan doen weet niemand. Tot hij Jan Brügemann tegenkomt, de man die hij naar huis heeft laten gaan en die beschikt over een eigen drukkerij. En zo kiest Jaap het vak van het drukken, eerst op Texel, daarna aan de overkant. De gevonden portemonnee heeft zijn loopbaan bepaald.

Job Schepers