Afbeelding
Foto: Job Schepers

Slagboom

Al minstens tien minuten staan we vast voor de parkeerslagboom. Mijn vader en ik zitten in de auto en onze parkeerkaart werkt ons nogal tegen. Mijn vader stopt de parkeerkaart in het apparaat en ik zit naast hem te instrueren: 'Pap, probeer hem andersom!', 'Pap, kan hij niet op de kop?', 'Pap, is het kaartje niet gewoon natgeregend?'. Achter ons verzamelt langzamerhand een meters lange rij aan auto en ik besluit in de winkel om hulp te vragen. Snel loop ik richting de winkel en steek ondertussen vluchtig mijn hand op naar de nog nietsvermoedende wachtende automobilisten. In de winkel aangekomen loop ik semi-rustig naar de kassadame en vraag haar om hulp. Het enige wat zij mij kan vertellen is dat een nieuw kaartje ons dertig euro gaat kosten. Die informatie had ik niet nodig. Ik draai me om en zie tot mijn grote verbazing ineens een betaalautomaat staan. Bij deze winkel kon je toch altijd gratis parkeren? Wat een gedoe. Natuurlijk had ik het kaartje bij mijn vader gelaten, dus ik moest terug, langs alle auto's. In een draf ren ik naar de auto en haal het kaartje. Gelukkig stop ik ook nog €2,50 in mijn zak om het kaartje te kunnen te betalen. Snel ren ik terug naar de betaalautomaat. Waarom heb ik ook al weer hakken aangedaan tijdens het winkelen? Mensen staan al naast de auto om te vragen hoe lang het nog gaan duren. Ze vertonen heel veel irritatie en een klein beetje leedvermaak, terwijl ik struikel op mijn hakken naar de betaalautomaat. Nu snel het kaartje erin en betalen. Natuurlijk! Het kaartje kost DRIE EURO!! Ik heb te kort! Wat moet ik nu? Weer langs de vele auto's om vijftig cent uit de auto te gaan halen? Nee. Ik besluit geld te lenen van iemand. De eerste die ik aanspreek kan mij gelukkig gelijk helpen met vijftig cent (wat fijn dat er behulpzame mensen zijn). Snel betaal ik het kaartje en ga daarna struikelend en hinkelend terug langs de tientallen toeterende auto's om het kaartje aan mijn pa te kunnen geven. Daarna is eindelijk iedereen verlost van de gesloten slagboom. Nog één keer loop ik terug naar de winkel, maar nu om de geleende vijftig cent weer terug te kunnen geven.

Katja Schraag